63ste jaargang Nr. 4
Oktober-November-December 2016 |
||||||||||
Driemaandelijks tijdschrift van het Gewest Leuven |
||||||||||
Politieke Gevangenen en
Rechthebbenden en hun sympathisanten |
||||||||||
|
||||||||||
01.
Voorblad 02. Foto herdenking Meensel-Kiezegem 03. Herdenking Meensel-Kiezegem - Toespraak Rudi Beeken, burgemeester - Toespraak Dr. Detlef Garbe, Hoofd KZ-Neuengamme Memoraal, (vertaald) 07. Herdenking Lubbeek St. Bernard - Toespraak - Toespraak Paul Duerinckx, eerste schepen Lubbeek 14. Herdenking verwoesting Leuven 1914 en bevrijding 1944 - Toespraak 16. Herdenking Slag van Wespelaar, 102 jaar geleden 18. Historiek 'Slag aan de Molen' Rotselaar 25. 72ste Bedevaart van Breendonk - 22 september 2016 - Toespraak LG Bauduain Somers - Toespraak Minister Vandeput - Toespraak voorzitter NCPGR Edmond Eyken 35. Herdenking Veltem Beisem 29/09/2016 - Toespraak François Joos 37. Herdenking NKB, Leuven, 02/10/2016 - Toespraak 38. Belgian Memoral Day 1916-2016, Brussel 16/09/2016 39. Spaghettieactie voor katten? Kinderen uit de armoede eerst. 40. Overlijden François Meeus, Josée Devijver en Denise Sellekaerts 41. Speciaal bericht aan onze leden en lezers 41. Speciale mededeling voor de rechthebbendenkaart voor vaderlandslievende redenen 42. 63ste Verbroken Boeien ereleden dienstjaar 2016 lijst 4 42. Info voor wie erelid wil worden 42. Aandenken aan zeer schone tijden 43. Maistriau Robert: "Opeens dat besef: de trein is gestopt", Humointerview |
||||||||||
P. 3
Herdenking Meensel-Kiezegem
- Voorblad -
Inhoud Dames en heren. 72 Jaar geleden viel er een schaduw over deze mooie gemeente. Sindsdien verzamelen wij jaarlijks aan de monumenten die in Meensel en Kiezegem opgericht werden om de talrijke betreurde slachtoffers te gedenken, om onze blijvende steun te betuigen aan hun familie en vrienden, en om samen met mijn buurman Louis Clinckx -die hier onder ons is als laatste van de weggevoerden- te laten zien dat wij niet wensen dat dit duistere verleden zich zou herhalen. Het doet me daarbij andermaal veel genoegen om een delegatie te mogen verwelkomen uit de Nederlandse gemeente Putten, waar twee maanden later nog meer dan bij ons de dood van deur tot deur gegaan is. Zoals U weet, zijn het gros van onze mensen in het Duitse Neuengamme en diens buitenkampen terechtgekomen. Precies om die reden mag ik hier vandaag meerdere van mijn collega's van de Belgische vriendenkring begroeten, bien spécialement Madame Lucette Cloizeau, la veuve de mon ami Victor Malbecq en ook Mare Van den Driessche van de Amicale Internationale de Neuengamme. Ook de aanwezigheid van een delegatie van de Nederlandse Stichting Vriendenkring Neuengamme doet ons veel plezier. Auch ein Herzlichen Willkommen für unsere Gasten aus Deutschland, die eine besondere Anstrengung gemacht haben um an das Gedenken dieses Jahr teil zu nehmen. Unter anderem Herr Direktor Detlef Garbe von die Gedenkstatte KZ Neuengamme, die heute auch der Stadt Hamburg vertretet, und Herr Raimund Gaebelein und seine Delegation von die Bund der Antifaschistinnen und Antifaschisten. Het voorbije jaar stond de wereld niet stil, en dat geldt ook voor ieder van ons. De vreugde van het samengaan van de beide verenigingen die actief waren rond het thema dat ons hier vandaag verzameld wordt overschaduwd door het overlijden van Jules Beddegenoots op 2 mei, Jef Van Goidsenhoven op 8 mei en ereburgemeester Marcel Morren op 17 juli 2016. Zij leverden alle drie elk op hun manier inspanningen ten voordele van de N.C.P.G.R. Meensel-Kiezegem '44 en het past dan ook om hen hier te vernoemen. Ook voor onze gewezen doipsgenoot Jozef Craeninckx stond de wereld niet stil: na een zevenjarig voorzitterschap van de Nationale Confederatie van Politieke Gevangenen en rechthebbenden van België werd hij enkele weken geleden opgevolgd door de heer Edmond Eycken en daarmee sluit ook de confederatie een hoofdstuk af, want precies zoals eerder al door hem werd aangekondigd was Jef de laatste voorzitter van de confederatie die ook effectief politieke gevangene geweest is. Uiteraard is onze gemeente erg fier dat hij het zo ver gebracht heeft, maar toch ook een beetje bedroefd dat hij doorheen de jaren zijn heil in Gent gezocht heeft in plaats van in het mooie Meensel-Kiezegem. In het najaar was ik in de gelegenheid om de stille plechtigheid in Putten bij te wonen en in het voorjaar trokken we samen met verscheidene collega's uit de lokale politiek voor zes dagen naar Duitsland. De reis bracht ons van Sandbostel, Bremen en Ladelund naar Schandelah en Scheppau, naar het Oost-Duitse Wöbbelin, Ludwigslust en Neustadt-Glewe, naar Neustadt-in-Holstein aan de Ostsee en uiteraard naar Hamburg en in het bijzonder Neuengamme, het orgelpunt van de reis. Overal waar we arriveerden werden wij bijzonder goed en hartelijk ontvangen. Het lijkt wel alsof de trieste gebeurtenissen van zovele jaren geleden ons vandaag in de gelegenheid stellen om vrienden te ontmoeten en er zo samen voor te zorgen dat hetgeen geschiedde zich niet meer zal herhalen. Dames en heren, De aanslagen die op 22 maart jongstleden ons land troffen en gelijkaardige gebeurtenissen van daarvoor en daarna in Europa en elders in de wereld moeten ons meer dan ooit doen beseffen dat vrede en veiligheid onbetaalbaar zijn. Als de strijd tegen het terrorisme inhoudt dat wij moeten inleveren op onze rechten en vrijheden, dan winnen de terroristen, want dat is precies waarvoor zij staan. Wie in naam van God, Allah, Jehova of wie dan ook dood en verderf zaait, die is van het juiste pad afgeweken. En dat geldt in precies dezelfde mate voor eenieder die van die gelegenheden gebruikt maakt om allen die diezelfde godsdienst aanhangen op één hoopje te gooien. Het drama van Meensel-Kiezegem zou inderdaad niet gebeurd zijn zonder Duitse bezetting, maar al evenmin zonder de ongebreidelde inzet van land- en dorpsgenoten die louter uit eigenbelang de kaart van die bezetter trokken en veel verder gingen dan de Nazi's zelf. Zij allen dwaalden, maar dat doen ook wij als wij vandaag enkel op die grond hun nakomelingen of onze Duitse gasten op één hoopje zouden gooien met de misdadigers van destijds. Het is aan ons om te laten zien dat wij uit het verleden lessen getrokken hebben. In die zin stemt ook het voorgenomen uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese unie mij tot droefheid. Samenwerken loont. Vandaag hoorde U het resultaat van samenwerking al door het samenspel van de beide harmonieën die Tielt-Winge nog rijk is. Vandaag ziet U het resultaat van die samenwerking door het drukke programma dat de komende dagen nog volgt op basis van het samengaan van de beide organiserende verenigingen. Aujourd'hui vous voyez aussi Punité de notre pays par la présence entre nous de madame Ie Ministre Marie Christine Marghem de Tournai comme représentant du premier Ministre Charles Michel. Samenwerken loont. Groepen vormen en die tegen elkaar uitspelen loont niet. Men kan met recht en rede vele minder goede dingen vertellen over de Europese Unie. De Europese samenwerking is misschien traag, duur en leidt niet altijd tot een duidelijk resultaat, maar bedenk wel dat het alternatief er een is zoals we dat hier 102 en 66 jaar geleden meemaakten: een samenspel van crisis en nationalisme dat aanleiding gaf tot allesverslindende oorlogen. Als we vandaag crisis hebben, en nationalisme, maar geen oorlog, dan is dat de verdienste van de Europese Unie. Vrede betalen met belastingen is wellicht duur, maar laat mij U verzekeren: vrede betalen met mensenlevens is nog veel duurder! In Meensel-Kiezegem en bij uitbreiding in Tielt-Winge weten wij dat, en ik nam graag van de gelegenheid gebruik om dat te bevestigen aan al de anderen van goede wil die hier vandaag samen met ons verzamelen. Dank voor Uw aandacht. Rudi Beeken Zondag 7 augustus 2016 P. 3 Toespraak Dr. Detlef Garbe, Hoofd KZ-Neuengamme Memoraal - Voorblad - Inhoud Toespraak ter gelegenheid van de herdenkingsplechtigheid op 7 augustus 2016 in Meensel-Kiezegem door dhr Dr Detlef Garbe, directeur van het KZ- Neuengamme Memoriaal. Zeer geachte mevrouw de Minister Marghem, Ik wil u hartelijk bedanken voor de uitnodiging om de tentoonstelling te openen en deel te nemen aan deze herdenking. Hoewel het nu 72 jaar geleden is dat de tragische gebeurtenissen door de oorlogsmisdaden van de Duitse Wehrmacht en de SS, de razzia's en de deportatie van 61 mannen uit de dorpen Meensel en Kiezegem plaats vonden, hebben decennia van verzoening onze landen samengebracht en dus weet ik dit gebaar erg te waarderen. Samen met u allen naar de graven te kunnen gaan en een bloemenkrans als eerbetoon aan de slachtoffers te mogen neerleggen, is een grote eer voor mij. Ik breng u eveneens de groeten van de Senaat van de Vrije Hanzestad Hamburg. U weet hoe lang het duurde eer in Duitsland de wreedheid van de nazi-misdaden werd erkend en er gedenktekens zijn gecreëerd die informatie met tentoonstellingen, publicaties en evenementen over misdaden, begaan in de naam van Duitsland en door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog begane wreedheden, aanboden. Vandaag is de herinnering hieraan vanzelfsprekend een deel van het onderwijsprogramma in de scholen en van het publieke geheugen. Toen 20 jaar geleden een kleine groep van de Stichting Meensel-Kiezegem met Guido Hendrickx, Oktaaf Duerinckx en René Cauwbergs voor de eerste maal het Voormalige Concentratiekamp Neuengamme bezocht, wisten we bijna niets over de geschiedenis van de slachtoffers van de razzia 's van 1 en 11 augustus. 1944. Dankzij de gezamenlijke inspanningen kon al twee jaar later, op 29 augustus 1998, in het KZ- Neuengamme Memoriaal een monument "De wanhoop van Meensel-Kiezegem", ontworpen door May Claerhout, ingehuldigd worden. Dit brengt de mensen die ons Memoriaal bezoeken dichter bij de geschiedenis van uw gemeente. Nogmaals, slechts twee jaar later, op 11 november 2000, vond de opening van de permanente tentoonstelling in 'Huize Hageland "plaats, ondanks de kleine ruimte een zeer materiaalrijke en goed ontworpen tentoonstelling, die een uitstekend voorbeeld van regionale geschiedenis inhoud. De grote belangstelling van de bevolking tijdens de openingsceremonie maakte destijds een sterke indruk op mij. Dit toonde toch hoe actueel de herinnering in uw dorp nog steeds leeft. Dit blijkt ook uit de jaarlijkse reizen naar Neuengamme en de vele activiteiten die vanaf hier worden ondernomen. We zijn erg dankbaar dat we nu met een tentoonstelling, die we voor de eerste keer in het Stadhuis van Hamburg één en een halfjaar geleden, begin 2015, toonden en ook voor de oprichting ervan op deze plaats, waarbij de Stichting Meensel-Kiezegem actief betrokken was. In onze tentoonstelling, getiteld "Gedeporteerd naar het concentratiekamp Neuengamme. Strafmaatregelen van de Wehrmacht en de SS in bezet Europa ", brengen wij verslag uit over vier Europese gemeenten, naast Meensel-Kiezegem ook Murat in de Franse Auvergne, Putten in de provincie Gelderland en Warschau, waar de SS zich tijdens de represailles op onschuldigen onder de burgerbevolking gewroken heeft. Van de naar het concentratiekamp Neuengamme gedeporteerde mannen uit deze plaatsen hebben weinigen het overleefd. Wij zijn dankbaar dat deze tentoonstelling hier kan getoond worden en met de hulp van een Nederlandse vertaling ter beschikking staat en voor iedereen openbaar kan gemaakt worden. Vanuit Hamburg is ook een door onze collega Wiebke Elias begeleide groep jongeren aangekomen om tijdens deze dagen deel te nemen aan deze herdenkingen en om met afstammelingen van de slachtoffers te praten. Deze jongeren hebben voor de centrale herdenking van de verjaardag van het einde van de Tweede Wereldoorlog en de bevrijding van de kampen, die in Hamburg-Neuengamme op 3 mei plaatsvond, een hoog gewaardeerde film , "Onze (Hi) Story" geproduceerd, waar ze op een zeer persoonlijke manier door de confrontatie in hun eigen families met vragen over schuld of andere relaties met het nazi-verleden, berichten. Zelfs wanneer ze als de kleinkinderen en achterkleinkinderen zonder enige eigen schuld zijn, toch zijn ze zich bewust van de verantwoordelijkheid, van onze gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor het omgaan met die belastende geschiedenis en de huidige inzet voor de mensenrechten, vrijheid en vrede. Hartelijk dank dat u deze jongeren in de komende dagen in uw midden wil opnemen. Een grote dank in het bijzonder aan onze vriend Torn Devos, die door zijn groot engagement dit bezoek en de uitwisseling heeft mogelijk gemaakt. Namens de KZ-Neuengamme Memoriaal, dank ik u voor uw vertrouwen en uw vriendschap en kijk uit naar de voortzetting van onze samenwerking en vriendschap ook in de volgende jaren. Dr. Detlef Garbe P.
7. Lubbeek St Bernard, 21 Augustus 2016,
- Voorblad
- Inhoud Mr de lslc schepen, Mr de huidige Mil Prov Comd, Mr de Nationale Ondervoorzitter van de NSB, Dames en Heren schepenen en gemeenteraadsleden, Dames en Heren allemaal die aan deze herdenking deelnemen: tijdens de H. Mis in de kerk herinnerden onze pastoor, het kerkkoor, de muziekmaatschappij HELP U ZELVE en de orgelist ons op meerdere manieren aan de oorlogen, hun slachtoffers en aan de enorme zegen dat wij in vrede kunnen leven. Wij straks naar het oorlogsmonument dat onze voorouders opgericht hebben om de 2 wereldoorlogen niet te vergeten, en om de slachtoffers met woorden en muziek, met vlaggen en bloemen ons blijvend meeleven en passende eer te betuigen. Wij zullen daarbij herinneren aan wat hier ooit allemaal kon gebeuren, aan het waarom en op welke wijze een klein land als het onze bij de oorlogen betrokken werd, aan de schikkingen die na 1945 getroffen werden om oorlog te vermijden en aan de inspanningen die tot vandaag nodig blijven om de duur bevochten vrede bij ons te verzekeren op een ogenblik dat er in heel wat landen oorlog heerste en nog woedt. Het monument herinnert ons aan 19 Aug 1914. Nauwelijks 14 dagen nadat de machtige oorlogsmachine van het Duitse Keizerrijk ons land binnenviel werden hier weerloze burgers neergeschoten, huizen geplunderd en in brand gestoken, door oprukkende Duitse troepen. Hetzelfde onredelijke wangedrag gebeurde langs ettelijke volgwegen, op grote schaal in Waalse steden en kort bij ons in Aarschot en Leuven die sedertdien martelaarssteden genoemd worden. Het monument herinnert ons ook aan mensen van hier; aan soldaten die tijdens de wereldoorlogen sneuvelden, aan de burgers die vermoord werden of die afgevoerd naar Duitse concentratiekampen om het leven kwamen. Geen van allen wilde de oorlog , laat staan de dramatische omstandigheden die hun dood veroorzaakte. We kunnen daaruit onthouden dat wie geen oorlog wil er daarom nog niet aan ontsnapt en ook dat mensen die ooit vrienden waren, door indoctrinatie en in oorlogstijd tot mensonwaardige wandaden bekwaam zijn.Het is en les om waakzaam te blijven. Ons land werd in 1914 en in 1940 door dezelfde buurtnatie aangevallen. In 1914 wilde het Keizerrijk bij verrassing Frankrijk doorheen België aanvallen.Het kon daardoor de zwaar versterkte Fransduitse grens vermijden, het zag het bevriende België als een gemakkelijke weg om zijn doel te realiseren; het verlangde vrije en ongestoorde passage en verklaarde ons de oorlog toen ons land dit terecht weigerde. Met de aanval op 04 Aug 1914 verbrak Duitsland een verbintenis die het net als andere Europese Grootmachten .waaronder Frankrijk, meermaals herbevestigde om de Belgische onafhankelijkheid en neutraliteit altijd te eerbiedigen. Wij kennen allemaal het gevolg: 4 jaar oorlog, bezetting en alle daarbij horende ellende. Wij konden ons alleen bevrijden dankzij de hulp van geallieerden zoals Frankrijk, Engeland, de Verenigde Staten die hun verbintenissen wel nakwamen. Wereldoorlog 1 toonde aan dat neutraliteit op zich geen afdoende bescherming biedt tegen oorlog en dat voorzichtigheid, zelfs een bepaald wantrouwen, past bij overeenkomsten met sommige landen. De oorlog toonde ook aan dat een klein land niet de middelen heeft om militair tegen een groot land op te tornen. In mei 1940 schond het DuitseNazi Regime onze neutraliteit met de inval op 10 mei 1940. Met zijn brede Blitzkrieg bereikte Hitler snel de Atlantische kusten. Ons land werd tussen 10 en 28 mei volledig ingenomen: opnieuw 4 jaar bezetting en oorlogsmiserie. Onze geallieerden - vooral Engeland, de US en Canada- hadden 4 jaar nodig om de Normandische kusten van overzee te bestormen en kort daarna ons land te bevrijden met o.a. de Belgische brigade Het begin, het verloop en de bevrijding van WO2 bevestigen o.i. de besluiten die na de lste WO ook konden getrokken worden: neutraal zijn beschermd niet tegen oorlog; om zich tegen oorlog te beschermen of er zich van te bevrijden heeft ons land sterke vrienden nodig. Na WO2 deed ons land afstand van het tot dan gevoerde neutraliteitsbeleid. Wij werden lid van de VN en NAVO, de Noord Atlantische Verdragsorganisatie, een defensieve organisatie van ledenlanden, met de US als machtigste, die er zich toe verbinden elkaar te helpen als ze bedreigd worden of aangevallen. Samen zorgen ze voor de middelen om opdrachten uit te voeren die nodig zijn om de doelstelling - weren van dreiging, herstellen van de vrede -, te verzekeren. Sedert het einde van de 2de WO werd ons land, net als andere lidstaten, niet meer aangevallen; we leven in vrede en danken dit graag aan de getroffen verdragen. Maar we weten ook dat de wens " nooit meer oorlog " zelfs na de 2de WO niet overal voldaan werd; en dat onze vrede , die we zo gemakkelijk vanzelfsprekend vinden, door spanningen/oorlogen/schendingen van mensenrechten/zinloze gewelddaden en terreur, elders en soms zelfs hier, bedreigd werd en nog wordt. Denk bvb aan de Koude Oorlog die Europa tot 1989 in 2 vijandige delen verdeelde, aan de vele militaire zendingen , vroeger en nu, ook van Belgische troepen, naar conflictgebieden om er de vrede te bevorderen of op te leggen, aan spanningen langs de grenzen van Europa, aan landen waar lOO.OOOden door oorlogsgeweld op de vlucht gedreven worden en aan de moeite die Europa en de wereld heeft om ze een menswaardig onderkomen te bieden, aan blinde redeloze aanslagen door misleide jongeren op diverse plaatsen in de wereld... Wat we daaruit kunnen afleiden is o.i. dat vrede niet vast verworven is en dat ze beschermen en behouden inspanningen vraagt van alle aard, ook vandaag en niet alleen van het beleid maar liefst van iedereen die van de vrede houdt. Als vereniging van oud strijders en sympathisanten houden NSB
afdelingen uiteraard van de vrede , het is een belangrijke reden om
herdenkingen te onderhouden; ze hopen daarom dat jongere generaties niet
twijfelen om zich aan te sluiten bij de ouderen en samen voor de vrede te
manifesteren. P. 9.
Herdenkingsplechtigheid NSB Zondag 21 augustus 2016 -
Voorblad -
Inhoud Dames en Heren, Naar jaarlijkse gewoonte komen we in augustus samen in Sint Bernard om de slachtoffers van de Eerste en de Tweede Wereldoorlog te gedenken. Op 8 mei 1945 eindigde de WO II op papier. In feite duurde WO II voor België amper 18 dagen . De achttien daagse veldtocht van het Belgisch Leger vond plaats in mei 1940, toen België onder de voet werd gelopen door het veel te sterke Duitse leger. De veldtocht liep van 10 mei 1940, de dag van de Duitse inval, tot 28 mei 1940, toen koning Leopold III capituleerde. Vanaf dan was België bezet gebied , en bleef dat tot 8 mei 1945.MET ALLE ELLENDE VANDIEN, Bezetting, vernieling ,onnoemelijk veel doden ,hertekende wereldkaarten ,slagvelden vol gesneuvelden. Er zijn veel gelijkenissen tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, maar ook opmerkelijke verschillen, waarvan ik er TWEE wil toelichten.Een eerste verschilpunt is het verhaal van collaboratie en verzet, dat maakt dat WO II nog veel wreder is geweest dan WO I. Veel wreder voor de lokale bevolking dan. Duitsland was de bezettende macht. MAAR. Het grote drama van ons land in oorlog tegen deze vreemde bezetter, was het bijkomend gevaar in eigen land, door de rol van eigen landgenoten die meeheulen met de bezetter.Een tweede verschilpunt met WO I waren de vluchtelingen. De dagelijkse beelden van bootvluchtelingen op de Middellandse Zee , laten zien hoe tragisch het lot van een vluchteling is. Wat vergeten wordt is dat bij de inval van de Duitse troepen op 10 mei 1940, honderdduizenden landgenoten op de vlucht gingen , richting westen, richting Frankrijk. De oorzaak van deze vluchtelingenstroom was de angst van de mensen om de wreedaardigheden van de Duitsers te moeten ondergaan zoals in 1914. Ik heb dit vorig jaar op deze plaats toegelicht in het kader van de vluchtelingenstroom uit het Midden Oosten naar Europa. Ik heb er op gewezen dat die vluchtelingenstroom de komende maanden alleen maar zou toenemen, een problematiek die van ons allemaal een standpunt zou vragen hoe wij allen hier te lande en in Lubbeek deze vluchtelingenstroom willen aanpakken, een problematiek die ons als mens niet onberoerd kan of mag laten.Ondertussen zijn we een jaar verder, er is heel wat veranderd in de wereld , en ook in Lubbeek. De vluchtelingenstroom heeft een tweevoudige crisis veroorzaakt, met name 1/ de opvang van de vluchtelingen en 2/ het garanderen van de veiligheid van de bevolking. Eerst de opvang van de vluchtelingen :in Lubbeek hebben we sinds november 2015 een asielcentrum met een opvangmogelijkheid tot 300 mensen. Actueel verblijven hier in onze gemeente 160 mensen, hoofdzakelijk gezinnen uit Syrië , Irak en Afghanistan , wachtend op een beslissing omtrent hun asielaanvraag. Lubbeek komt niet in het nieuws met vechtpartijen in het asielcentrum , integendeel. Ik druk mijn absolute waardering uit voor het spontane aanbod van hulp vanuit de Lubbeekse bevolking. Als gemeente dragen wij ook ons deel bij ,door te zorgen voor transport naar school en naar de speelpleinwerking Ten tweede het garanderen van onze veiligheid. De aanslagen in Parijs, Zaventem ,Maalbeek, Nice en heel recent de aanval op twee politiemensen in Charleroi vragen om een andere aanpak dan voorheen Het voorbije jaar is er door de terroristische aanslagen angst ontstaan bij de burgers. De bestuurlijke overheid heeft in de eerste plaats de taak te luisteren en dan het beleid aan te passen. Dan kan het uiteindelijk antwoord enkel bestaan in concrete daden, niet in grote woorden: beleidsacties, gestemde wetten, ingeleide wetsontwerpen, voorbeelden van gerechtelijke acties, van vonnissen en arresten die bewijzen dat de Belgische justitie onder de huidige moeilijke omstandigheden behoorlijk effectief is . En, als verder alles gestemd en uitgevoerd wordt wat voorligt, dat zij nog veel effectiever zal worden.Onze Belgische politiediensten ,militairen op straat, de parketten en Hoven en Rechtbanken hebben het beste resultaat in Europa op het stuk van de aanpak van effectieve terrorisme-veroordeelden de laatste jaren. Maar het kan zeker nog beter. De nieuwe uitdagingen van buitenlandse en militaire politiek (Brexit, staatsgreep in Turkije, de Russische invasie in de Krim) zullen veel moed, financiële offers en verdragswijzigingen vragen van de lidstaten. En dus, merkwaardig genoeg, nieuwe crisissen vergen. Wel te verstaan, crisissen die zich evengoed zouden voordoen in elk van de lidstaten, maar waaraan we enkel samen - d.i. op Europees niveau- het hoofd kunnen bieden. Dames en heren, Is deze analyse van het voorbije jaar een sombere boodschap ? NEEN. Angst is een slechte raadgever. Wat moeten we dan wel doen ? Ik verwijs naar de lijfspreuk die bij de Belgische vlag hoort :EENDRACHT MAAKT MACHT. Samen zoeken naar maximale integratie voor de mensen die asiel hebben gekregen , SAMEN zoeken naar een verbetering van terrorisme aanpak. Dat is onze opdracht voor de komende jaren.Dames en Heren, Op deze herdenkingsviering gaat onze aandacht naar al degenen die door hun offers en verzet hebben bijgedragen aan de veiligheid en de welvaart in ons land waarin we sinds het einde van WO II leven. Wij drukken op deze wijze ons medeleven en onze dankbaarheid uit, medeleven met de families die hun geliefden hebben verloren, dankbaarheid aan hen die overleefden of terugkeerden. Deze herdenkingsplechtigheid moet blijven bestaan. Het is belangrijk om de jongere generaties te laten beseffen hoe bevoorrecht ze zijn om in een democratisch land te leven, een land dat de grondrechten en vrijheden waarborgt. Vrede, democratie, mensenrechten zijn niet vanzelfsprekend. We moeten er regelmatig aan herinnerd worden, wat er fout kan gaan als mensen de basiswaarden vergeten. De generaties van onze ouders, grootouders en overgrootouders hebben zich voor deze basiswaarden ingezet, en het in vele gevallen zelfs met hun leven bekocht. Dit mogen we niet vergeten. We moeten de herinnering aan deze mensen en hun inzet in ere houden. Daarom zullen we hier jaarlijks blijven samen komen. Herdenkingsplechtigheden verbinden mensen over verleden, heden en toekomst heen.Paul Duerinckx,
P.14. Herdenking van
de verwoesting in 1914 -
Voorblad -
Inhoud - Mijnheer de Burgemeester. - Het is voor mij een grote eer u te mogen toespreken in naam van het merendeel van de Vaderlandslievende Verenigingen van Leuven en omgeving. - Ik wil beginnen met een ingetogen moment om de Heer Lenaerts François te gedenken. De voorzitter van EVVVLO die ons op 16 maart 2016 in alle stilte verliet. François zal moeilijk op te volgen zijn. Hij was een man die de gruwelen van een oorlog aan de lijve heeft ondervonden, als oud-strijder 1940 -1945 en als Luitenant van de Gewapende Weerstand..... - Opnieuw zijn wij hier samengekomen om hulde te brengen aan al de gevallen en gestorven Oud-strijders en oorlogsslachtoffers die hier op deze dodenakker begraven liggen en thans; zoals dat heet" DE EEUWIGE RUST EN VREDE" kennen. - Ik houd er eerst en vooral aan, het Leuvens stadsbestuur te danken voor het feit dat zij deze crypte opengesteld hebben om aldus de oorlogsslachtoffers van 1914 met nog meer luister te herdenken. - Ik wens ook nog te vermelden dat deze herdenking opgeluisterd wordt door de Concertband Leuven waarvoor wij hen zeer dankbaar zijn. - In onze moderne maatschappij waarin alles mogelijk en alles normaal wordt geacht, waarin men alleen maar van rechten spreekt, maar nooit van plichten, wordt maar al te dikwijls vergeten dat het dank zij de offers is, gebracht door diegenen die wij hier vandaag herdenken, dat wij thans het voorrecht kennen van in een vrije democratie te mogen leven en dat wij hier in Europa van een lange vredesperiode hebben kunnen en nog steeds mogen genieten. Helaas, en ik druk erop, wordt deze duur betaalde vrede en vrijheden soms schromelijk misbruikt. - Wij mogen zeker nooit vergeten dat "VREDE" gekoesterd moet worden en VOORAL dat wij onze principes van vrijheid en van plicht aan onze jeugd moeten doorgeven, want wij mogen niet uit het oog verliezen dat verschillende vormen \/an extremisme en onverdraagzaamheid overal, ook in onze contreien aan de orde zijn. - Bijna iedere dag levert de actualiteit de bewijzen ervan. Laten wij maar even denken aan wat er vandaag de dag in het Midden-Oosten en op de KRIM gebeurt. - Ook moeten wij ons realiseren dat het juist de uitingen van extremisme en onverdraagzaamheid zijn geweest die aanleiding hebben gegeven tot de rampzalige Tweede Wereldoorlog, waarvan diegenen die hier rusten de stille getuigen zijn. - Het is en blijft een harde noodzakelijkheid dat wij ons moeten blijven verzetten tegen de onverschilligheid van de grote massa, want deze onverschilligheid wordt meer en meer onze grootste vijand. - De ver van ons bed show is niet zover weg zoals wij het denken - kijken we maar naar de aanslagen in het westen, Frankrijk, Duitsland en zeker niet te vergeten Zaventem en Maalbeek! - Om al deze redenen, Dames en Heren, Beste Vrienden, is het nodig dat wij, telkens opnieuw, hulde brengen aan allen die het leven en hun gezondheid veil hadden op dat wij vrij zouden kunnen zijn. - Ook aan onze geallieerde Strijdmakkers en aan onze bevrijders die hier, her en der, op deze begraafplaats rusten, wil ik hulde brengen en herdenken. - I also want to spend a few words in English for the benefit of our allied friends and to remember all those young members of the allied forces who died for our cause and whose bodies are resting here in this sacred place. All those young lads, who gave their lives in the skies and on the ground of a country which, in many cases, they didn't even know existed. Be assured we shall keep on remembering them!En laten we ons de woorden van 'Georges Santayana (SANTIAINA) een Spaans -Amerikaans filosoof herinneren: THOSE WHO CANNOT REMEBER THE PAST, ARE CONDEMNED TO REPEAT IT. Wie zich het verleden niet herinnert, is gedoemd het opnieuw te beleven. - I thank you for your attention. P. 16. Herdenken van de Slag van Wespelaar - Voorblad - Inhoud Geachte collega burgemeester, schepenen, raadsleden,
afgevaardigden van politie en defensie, vaandeldragers en afgevaardigden
van vaderlandslievende verenigingen, Vandaag herdenken we de Slag van Wespelaar, 102 jaar geleden hier uitgevochten tussen het Belgische en het Duitse leger. Vele tientallen doden en gewonden en onnoemelijk menselijk leed waren het resultaat. En de oorlog moest toen nog maar pas beginnen. Hoe is het destijds eigenlijk zover kunnen komen. Iedereen weet dat WOI eindigde op 11 november 1918, maar weinigen weten hoe hij eigenlijk is begonnen. Op 28 juni 1914 werd te Sarajevo, de Oostenrijkse aartshertog Frans Ferdinand en zijn vrouw doorgeschoten door een Bosnisch-Servische nationalist. Dit was de climax in de spanningen in de Balkan die al enkele jaren woedde. Het Ottomaans Rijk dat voordien de volledige Balkan beheerste was verzwakt en begon uit mekaar te vallen. Oostenrijk-Hongarije en Rusland hadden beiden hun oog laten vallen op de Balkan om hun eigen rijk en invloed uit te breiden. Binnen het koninkrijk Servië heerste ultra-nationalistische gevoelens om alle Serviërs op de Balkan te verenigen. Dit leidde tot opstanden en dus ook de gekende moordaanslag. Hoe heeft een lokaal conflict op de Balkan de rest van Europa meegesleurd in WOI? Het antwoord hierop is zeer complex. Een kluwen van verschillende bondgenootschappen, om diverse redenen, leidde in Europa tot twee machtsblokken. Aan de ene kant de Triple Entente, met Frankrijk, Rusland en Engeland. Aan de andere kant Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. België was sinds 1839 neutraal en o.a. Engeland stond in voor het vrijwaren van die neutraliteit. Al die bondgenootschappen hielden eigenlijk in dat als het ene land werd aangevallen het andere te hulp zou schieten. De daders van de moord op de Oostenrijkse Aartshertog hadden connecties
met hoge Servische ambtenaren. Oostenrijk verdacht Servië van
medeplichtigheid en stelde op 23 juli 1914 een ultimatum aan Servië. Op 28
juli 1914 verklaarde Oostenrijk Hongarije de oorlog aan Servië. Rusland
was een morele bondgenoot van de Slavische volkeren, dus ook van Servië,
en kondigde een algehele mobilisatie aan. Daarop verklaarde tegen gevolge
van het bondgenootschap met Oostenrijk, Duitsland op 1 augustus de oorlog
aan Rusland. Frankrijk begon een algehele mobilisatie, gevolgd door een
oorlogsverklaring van Duitsland aan Frankrijk op 3 augustus. Op 4 augustus
1914 trok Duitsland het neutrale België binnen, gevolgd door een
oorlogsverklaring van Engeland aan Duitsland dezelfde dag. De rest is
geschiedenis en zo belande ook de Duitse en Belgische legers in Wespelaar. P. 18. Historiek 'Slag aan de Molen' - Rotselaar - Voorblad - Inhoud In 1914 is België op internationaal vlak gebonden aan het bewaren van de neutraliteit en het vrijwaren van het grondgebied. De Belgische overheid verwierp in augustus 1914 dan ook unaniem de Duitse eis tot vrije doorgang voor de Duitse troepen op haar grondgebied, met als doel om naar Frankrijk door te trekken. Op 4 augustus om 08.02 uur overschreden de eerste Duitse troepen toch de Belgische grens nabij Gemmenich. België was in oorlog. Na intense gevechten in onder meer Luik, Budingen, Diest, Budingen, Halen, Neerlinter, Grimde, St.-Margriete-Houtem, Kumtich, Aarschot, ... besloot het Belgische leger om zich, in de late avond van 18 augustus 1914, terug te trekken in de versterkte stelling rondom Antwerpen. Vanuit deze stelling zouden de Belgische eenheden een constante bedreiging kunnen blijven vormen voor de noordelijke flank van het Duitse leger die optrok richting Frankrijk. Dit resulteerde in de Eerste Uitval (25-26 augustus). Er werd een frontale aanval uitgevoerd tegen de Duitse stellinglijn Merchtem - Leuven -Aarschot. ' Wanneer de Belgische Legerstaf op 7 en 8 september vernam dat Duitse eenheden, gelegerd rond Antwerpen, het order ontvingen om zich naar de Marne te begeven, nam men de beslissing voor de Tweede Uitval (9-13 september). De 2de Legerafdeling kreeg op 12 september 1914 de volgende opdracht: „De 2de Légerafdeling zal Wesemaal veroveren. Na deze verovering zal zij een eenheid opstellen tegenover Leuven, die sterk genoeg moet zijn om een mogelijke aanval vanuit de stad af te slaan. De andere eenheden zullen opmarcheren naar het westen, het Kanaal te Tildonk oversteken en een bruggenhoofd maken achter de 6de Legerafdeling". Luitenant-generaal Dossin geeft de volgende bevelen aan zijn ondereenheden: de 7de Brigade zal oprukken naar Kortrijk-Dutzel. De 6de Brigade naar Wesemaal en de weg naar Leuven, om van daaruit de Duitse stellingen ten oosten van het Dijlekanaal aan te vallen. De 5de Gemengde Brigade naar Beversluis-Rotselaar, Molen, met als doel Wijgmaal en de vijandelijke aanvalsstellingen ten oosten van het Dijlekanaal. De voorhoede van de 5de Brigade dient dé brug van Molen te bereiken om 06.30 uur. Het 5de Linieregiment is aan de beurt om in eerste linie op te treden. De Dijlevallei is in een lichte nevel gehuld. In de verte hoort men enkele geweerschoten. Onderweg zien de linietroepen de artillerie van de 5de Brigade haar schietstelling klaar maken vlak bij de weg, op 600 meter van de toren van Rotselaar. Terwijl het 5de Linieregiment doorzet naar Molen, ligt het 25ste Linieregiment in reserve ten noorden van Rotselaar.
Molen is een gehucht van Rotselaar. Het bestaat uit enkele huizen, die rond de brug over de Dijle geschaard staan. Op deze plaats vormt de rivier een eilandje. Het water stroomt er snel en krachtig in een diepe bedding. Die stroming levert de nodige aandrijving vóór een watermolen. De brug is zeer eng, waardoor de overtocht van troepen belemmerd wordt. Het terrein aan de overzijde, waar de weg loopt naar Walestraat, een ander gehucht, ligt in een komvormige inzinking. Het schietveld is beperkt. Het maakt het terrein uitermate geschikt voor hinderlagen, uiterst moeilijk te doorzoeken, daar de tijd ontbreekt. Om 6.45 uur trekt Commandant Lequeux met zijn bataljon over de brug van Molen, ontplooid zijn eenheden ten zuiden van Walestraat over de Steenweg Rotselaar-Wijgmaal en zet de strijd in tegen de Duitse infanterie.
Kaart XXXII Tweede uitvaal Belgische posities aan de Molen te Rotselaar op 12 september (de uren zijn bij de eenheden aangeduid) Spoedig is het 1ste Bataljon in een hardnekkig gevecht gewikkeld en wordt bestookt ; door eén enorm artillerie-, infanterie- en mitrailleurvuur. De Duitsers gaan zelf in de aanval. Het gevecht is enorm. Rond 08.45 uur heeft het 1ste Bataljon enorme verliezen ondergaan, maar men vermoedt dat de vijand er nog erger aan toe is, want zijn vuur neemt opmerkelijk af. Het Bataljon vraagt dringend munitie en versterking. Het 2de Bataljon wordt ter hulp gezonden.
Het vijandelijk vuur neemt toe. De Duitse artillerie bestookt het ganse terrein. De Belgische vooruitgang wordt gestuit, maar ondanks de vijandelijke druk en enorme verliezen houden de Belgen stand. Het 3de Bataljon komt intussen ook in lijn met het oog voor de aanval op Wijgmaal. Onder een duchtige beschieting, steekt het de brug in Molen over, rukt snel op maar botst op de Duitse hinderlagen, in het struikgewas en de bossen tussen de Jezuitenhoeve en Walestraat. De compagnies zoeken bescherming en openen onmiddellijk het vuur. Al deze krachtinspanningen gaan gepaard met grote verliezen en vanaf 08.00 uur trekt dan ook een erbarmelijke stoet van gekwetsten over de brug van Molen. Rond 09.30 uur brengt de bevelhebber van de 5de Gemengde Brigade de Commandant van het 25ste Linieregiment op de hoogte varï de hachelijke toestand waarin het 5de Linieregiment zich bevindt. Het Regiment dient het offensief van het 5de Linieregiment te steunen met twee van zijn bataljons. Na een kort oponthoud op de rechteroever van de Dijle slagen het 1ste Bataljon van het 25ste Linie en het 2de Bataljon van het 25ste Linie erin om de fel beschoten brug van Molen te overschrijden. Omstreeks 10.00 uur wordt de toestand uiterst netelig. De brug lijdt onder de bombardementen. Het vuur komt uit alle richtingen. Vooral uit het zuiden, waar nochtans de 6de Brigade met de flankbescherming belast was, verwekt de nodige onrust. Men zendt een patrouille uit. Deze passeert een grenadierspost, 300 meter ten zuiden van Molen maar komt niet meer terug.
Tevergeefs zoekt men de vijandelijke stellingen, het uitzicht is echter beperkt. Het Bataljon van Majoor Tielemans marcheert op kop. Men heeft nog maar net de andere oever van de Dijle bereikt of Majoor Tielemans wordt zwaar in de buik getroffen. De Duitsers hadden de verplaatsing gezien en zette Molen met zijn artillerie in vuur en vlam. Weldra is de weg van Molen met troepen overstelpt. De verliezen worden enorm. De eenheden bezetten de gracht van de Leybeek, het 1ste Bataljon van het 25ste ten zuiden van de steenweg, het 2de Bataljon ten noorden. Men beseft het gevaar waarin het 3de Bataljon van het 5de Linie zich bevindt aan de Jezuïtenhoeve en men plaatst een sectie mitrailleurs op een zolder van een huis in de Walestraat om de Duitsers in bedwang te houden. Dank zij het snelle en kordate optreden van deze sectie wordt de Duitse opmars gestopt en blijft het 3de Bataljon van een onvermijdelijke uitroeiing gespaard. De huizenrij van de Walestraat biedt een tijdelijke bescherming tegen kogels; gewonden en stervenden worden er ondergebracht.
De 2de Compagnie van het 3de Bataljon van het 5de Linie, linkervleugel van de Brigade, dringt door tot de bossen ten noorden van de Jezuïtenhoeve maar valt onder een gejusteerd vuur Men tracht tevergeefs op te rukken, maar moet uiteindelijk wijken en vaststellen dat zijn terugtochtweg is afgesloten Ten koste van vele doden en gekwetsten, die zij in de bossen dienden achter te laten, kunnen zij zich bij de resten van het 1ste Bataljon voegen. Zij worden ingedeeld bij dit bataljon, doch men heeft een groot munitietekort. De Duitsers zijn genaderd tot op 100 meter. Hun overmacht is verpletterend, het 5de Linie is ten einde kracht en moet wijken. De meeste officieren zijn gedood of gekwetst, lagere kaders zijn weggesmolten. Er zijn haast geen bevelvoerende officieren meer. Met het ontbreken van de bevelhebbers, is de tegenstand ontzenuwd en de uiteengeslagen troepen moeten wijken. De meesten hebben geen munitie meer. De vijand rukt verder op, benut het terrein maximaal en maakt uiterst handig gebruik van zijn eigen mitrailleurs en artillerie.
De Belgische stelling is een hel geworden. De Belgische machinegeweren verschieten hun laatste banden, maar staan machteloos tegenover de oprukkende Duitsers. De Duitsers omsingelen de Belgen. Het terrein is bezaaid met doden en gewonden. Zij, die trachten te ontsnappen, zijn doodop en moeten over de lijken van makkers kruipen, machteloos tegenover sommige zwaar gekwetsten, die hier en daar met hartverscheurende stem om hulp roepen. Uiteindelijk bereikt men de lijn, bezet door de Grenadiers, die op hun beurt onder zwaar vuur vallen. Ondertussen verdedigt de 1ste Compagnie van het 3de Bataljon van het 5de Linie onder een heviq bombardement noq steeds de brug. De restanten van de Compagnie machinegeweren zijn tot aan de brug geraakt. Bijna al de honden zijn verloren, toch alle stukken staan in. stelling. Het helse vuur maakt de overtocht over de brug echter onmogelijk. Men kant slechts al zwemmend onder een kogelregen de
overkant bereiken. Zij die niet kunnen zwemmen trachten te ontsnappen
langs noordelijke richting, toch worden neergeschoten. Zij die dit zien,
springen uiteindelijk toch in het water, maar verdrinken. Het is een tragisch schouwspel. Een mitrailleur met zijn hondenspan wordt met de stroom meegesleurd. Sommige mannen die nog op de vijandelijke oever zijn Verkopen hun leven duur- Van achter de wilgen doen zij menige vijand Tussen 10.00 uur en 10.30 is de aftocht algemeen. Op het slagveld liggen 324 lijken verspreid. Rond de brug van Molen liggen de lichamen van Grenadiers en soldaten van de 5de Gemengde Brigade als een vleeshoop opeen waartussen vele gekwetsten nog gruwelijk uren zullen doorbrengen.
Vele gevangengenomen gekwetsten worden ondergebracht in het hospitaal van Leuven waar nog velen een wrede dood, tengevolge van koudvuur of bloedvergiftiging, zullen sterven. Molen is getuige geweest van bovenmenselijk krachtinspanningen en heldendaden. De verliezen toegebracht aan de 5de Brigade op de vijf gevechtsdagen tijdens de Tweede Uitval bewijzen hoe het er aan toe is gegaan: 994 manschappen waren gesneuveld, vermist, gekwetst of achtergelaten. 325 lijken van soldaten van de 5de Gemengde Brigade werden na de slag te Rotselaar begraven op het Wijngaardveld (vandaag tussen de Wijngaard en Druivenstraat). Streekbewoners noemen de begraafplaats 'het Kerkhof van het 5de Linie'.
Later werden de lichamen herbegraven op de centrale begraafplaats in Veltem-Beisem. De militaire begraafplaats Van Veltem-Beisem werd aangelegd in 1925 - 1926 door de concentratie van graven uit de omgeving. Nu liggen er 904 Belgen op deze plaats begraven. Het merendeel van de doden viel bij de gevechten bij Haacht, Wespelaar, Keerbergen, Werchter en Rotselaar tijdens de Eerste en Tweede Uitval. In 1935 richtten de oud-strijders van Rotselaar een monument op, ter herdenking aan de militairen die op dit grondgebied hun leven lieten. Dit monument huldigt het Vijfde Linie en de gesneuvelden in deze hardnekkige gevechten.
Tevens is dit monument een eerbetoon aan 25 burgers van Rotselaar die als gevolg van hun weerstand, door de Duitsers werden gedood. Op 26 september 1948 had in Rotselaar de naamgeving plaats van de Vijfde Liniestraat.
De gemeenteraad van Rotselaar besluit op 4 juni 1984 het peterschap over het 5de Linie te aanvaarden. De relatie tussen de bevolking van Rotselaar en het 5de Linie was reeds ver gevorderd door het verlenen van materiële, financiële en morele steun aan sociale werken door het 5de Linie enerzijds, alsook de aanwezigheid van een detachement op de jaarlijkse herdenking van de 'Slag aan de Molen' in september. De Gemeenteraad van Rotselaar is op 20 juni 1990 in kennis gesteld dat de Vleugeladjudant van de Koning en de Stafchef van de Landmacht, beslist hebben om de gemeente Rotselaar als tweede peterstad van het 5de Liniebataljon te erkennen. De bezegeling van het peterschap werd besloten met het overhandigen van een oorkonde, op 9 september 1990.
Op 10 juni 20.14 bekrachtigde Z.M. Koning Filip het Koninklijk Besluit dat Rotselaar officieel erkent als 'Gemeente Rotselaar slachtoffer van óorlogsfeiten 1914-1918'. Deze titel met erediploma en herinneringslint wordt uitgereikt aan deze gemeenten die bijzonder zwaar werden getroffen door de gevechten gedurende de Eerste Wereldoorlog. De titel wordt toegekend op voordracht van de Minister van Landsverdediging en gemotiveerd advies van het wetenschappelijk Comité ingesteld bij het Organisatiecomité voor de herdenking van de Eerste Wereldoorlog en de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers.
Bronnen: 1914, in de regio Haacht, kleine dorpen in de Grote Oorlog.
Uitgave van HAGOK - 1993 - CHD, R. Casteels en G. Vandegoor P. 25.
72ste Bedevaart van Breendonk - 22 september 2016 -
Voorblad -
Inhoud Mijnheer de Vertegenwoordiger van de Koning, Het is voor mij een eer en een genoegen u allen hier in Breendonk te kunnen verwelkomen in het Gedenkteken dat een ontmoetingsplaats en een herinneringsplaats is, maar vooral een symbool op nationaal grondgebied van het lijden van alle politieke gevangenen. Deze instelling moet dit blijven en de herinnering onderhouden van het lijden van al diegenen die zich onbaatzuchtig hebben ingezet, met heel zware risico's, om zich te verzetten tegen een agressor met een onaanvaardbare ideologie die de basisprincipes van de democratie en van de mensenrechten negeerde. Ik wens heel in het bijzonder alle hier aanwezige politieke gevangenen en hun familie te verwelkomen, ongeacht of ze oud-gevangenen van Breendonk zijn of niet, want dit fort moet het symbool blijven op het nationaal grondgebied van het lijden van alle politieke gevangenen. Ik wens ook de personeelsleden, de gidsen, de leden van de VZW "Vrienden van Breendonk" en van de vereniging "De oud-gevangenen en weduwen van Breendonk, kinderen en sympathisanten" te bedanken voor hun aanwezigheid, maar vooral voor hun inzet en hun belangrijke steun aan deze instelling. De toekomst is aan de jeugd en het is steeds belangrijker dat de fakkel van de herinnering gedragen en ondersteund wordt door de jeugd, hier vertegenwoordigd door het ere-detachement van de KMS, door de scouts van de 1ste zeescouts FOS en de 17de eenheid Prins Albert uit Antwerpen alsmede door de scouts van het AFS uit Brussel. Vergeten we ook niet de vertegenwoordigers van diezelfde jeugd, met name de leerlingen en leerkrachten van het College du Sacré-Cceur uit Ganshoren en de leerlingen en leerkrachten van het Vrij Instituut Buitengewoon Secundair Onderwijs uit Waregem en van het Koninklijk Atheneum van Anderlecht, die deze voormiddag het Gedenkteken bezocht hebben. Graag verwelkom en dank ik eveneens publiek de vertegenwoordigers van de milde donateurs en sponsors die aan het Gedenkteken de middelen verschaffen om zijn taak te vervullen ondanks het steeds nijpender wordende gebrek aan middelen. Dankzij hun forse bijdrage is het mogelijk het museum te vernieuwen. Mijnheer de Minister, Generaal, ik wil Defensie nogmaals bedanken voor de geleverde steun, zowel voor de organisatie van deze plechtigheid als in andere omstandigheden. Mijn dank gaat meer bepaald naar de Provinciecommandant en naar het 11de Bataljon Genie die ons blijven steunen, ondanks de drukke operationele noodwendigheden. Mijnheer de Minister, wij geloven in het project van War Heritage Institute waarvan dit Gedenkteken deel moet uitmaken. De geplande rationalisering moet de mogelijkheid bieden de Herinnering aan deze periode uit onze geschiedenis en de ermee gepaard gegane wandaden beter uit te lichten en te beklemtonen. Gelukkig hebben de jongeren ze niet beleefd en zouden ze die nooit moeten beleven. Ik dank U
Mijnheer de Vertegenwoordiger van de Koning, Het is mij een eer hier vandaag in alle nederigheid het woord tot u te mogen richten zoals deze plek ons ertoe uitnodigt. Als minister van Defensie vallen het beheer en de toegang tot het militair patrimonium maar eveneens de overdracht van de Herinnering tot mijn bevoegdheden. Wat het beheer van dat patrimonium betreft en in het kader van de overdracht van de Herinnering kunnen we ons niet beperken tot het loutere militaire aspect. Naast militaire slachtoffers, hebben oorlogen ook talrijke burgerslachtoffers gemaakt. Hun offers mogen niet vergeten worden. Gisteren, vandaag én morgen zal het Fort van Breendonk voor mij één van de belangrijkste pijlers in de ontsluiting van ons erfgoed voor het grote publiek blijven. Het Fort is een ijkpunt voor onze herinnering aan één van de meest duistere passages uit onze recente geschiedenis, én een blijvende les voor alle generaties na ons, over de wreedheid en de complexiteit van een oorlog voor het maatschappelijk weefsel. Fort Breendonk werd begin deze eeuw - in tempore non suspecto - gebouwd als een fort van 2de orde. En als één van de belangrijke strategische punten uit een grotere verdedigingsgordel rond Antwerpen. De Duitse aanval in 1914 was echter zo overweldigend dat het Fort, na zich verschillende dagen moedig verdedigd te hebben tegen een overmacht van Duitse artillerie, al snel werd opgegeven, om vervolgens stelling te nemen achter de Ijzer. Een onuitgegeven strategische, creatieve en moedige zet van de toenmalige strijdkrachten, die - zoals later overduidelijk zou blijken - het verder verloop van de Grote Oorlog mee heeft gestuurd en beslecht in het voordeel van de geallieerden. Tijdens het interbellum werd het Fort van Breendonk geregeld door Defensie gebruikt om er troepen onder te brengen. Tezelfdertijd bleek spoedig dat het Fort, in de toestand waarin het toen verkeerde, niet langer geschikt om te weerstaan aan de snelle militaire ontwikkelingen die kenmerkend waren voor de jaren 30. Maar het behield zijn functie als commandopost in geval van een nieuwe invasie. Die inval liet niet lang op zich wachten en in het voorjaar van 1940 werd dit land in een mum van tijd overrompeld door de snelle en tactische Duitse aanval. Waardoor het opperbevel al enkele dagen na de inval genoodzaakt werd om het Fort te ontruimen. Tegen het einde van augustus 1940 werd Breendonk definitief ingenomen door de Duitsers die er een - en dat zeg ik met het nodige cynisme -een ideale locatie in zagen voor een gevangenis- en doorgangkamp. Velen werden in afwachting van hun transport naar concentratiekampen elders in Europa vanaf dan eerst in Breendonk ondergebracht. Zonder te spreken over de vele gevangenen die in Breendonk zelf zijn gestorven, een groot deel van hen door ontbering. Maar ook velen door foltering en executie. Executie op die eigenste plaats waar wij hier vandaag staan; om hulde te brengen aan alle slachtoffers. Als mens grijpt me dit erg aan. Mijn departement speelt een belangrijke rol in het behoud van het militaire patrimonium en het zal deze rol in de toekomst blijven vervullen. Veel belangrijker dan het louter bewaren van dat patrimonium is dat we moeten toezien op de toegang ervan. Deze plek toegankelijk maken voor het grote publiek, op een eerbiedvolle manier, is voor mij de beste garantie dat de herinnering van generatie op generatie wordt doorgegeven. Dit moet ons in staat stellen ons blijvend te herinneren aan de gruwelen en de menselijke tragedies waartoe de conflicten kunnen leiden. Dit is de uitdaging voor de toekomst. De actualiteit van vandaag toont trouwens aan hoe belangrijk dat is. En hier in Breendonk herdenken we niet alleen de oorlogsgruwel als een abstract concept, maar eren we vooral de offers van de individuele slachtoffers, geven we hen hun naam terug en eren hun persoonlijk verhaal. En het is goed dat we hier jaarlijks plechtig samenkomen voor de nu al 72ste Nationale Bedevaart. Om te herdenken en nooit meer te vergeten. Herinnering wordt belangrijker naarmate de tijd verstrijkt want de mensen die de gruwel meemaakten, vervagen. Daarom doet de regering en Defensie in het bijzonder er alles aan om de expertise qua herinnering te bundelen. Herinneren moeten we blijven doen. Maar het is minstens even belangrijk dat we het verhaal van het Fort en de mensen die hier geleden hebben, ook blijven vertellen aan het grote publiek. En dat iedere dag opnieuw. Ik dank u voor uw aandacht. Mijnheer de Vertegenwoordiger van Zijne Majesteit de Koning, Wat ligt de maand september 1944 ver achter ons! En toch behoort het Fort van Breendonk, dit bijzonder oord van de herinnering, niet tot het verleden. Vandaag nog blijft het een onderwerp van gruwel en tegelijk van angstwekkende in vraagstelling. Wat daar heeft plaatsgevonden tart alle verbeelding. Maar als wij niet waakzaam zijn kan datgene wat ooit heeft plaatsgevonden zich herhalen want het ras der vervloekte wezens is niet uitgestorven met het einde van de oorlog. De recente aanslagen zullen mij wat dat betreft niet logenstraffen. Dat wettigt het feit dat men zich moet herinneren. Zich herinneren, niet om de een of andere vorm van morbide wraak te koesteren of om haatgevoelens op te wekken, maar omdat het is door zich te herinneren en door anderen aan te sporen zich te herinneren dat we een kans hebben om te voorkomen dat zich dat herhaalt. De herinnering heeft tot doel te strijden tegen de erosie van de tijd, tegen de vergetelheid. De herinnering geeft zin aan ons heden en wortels aan onze toekomst. In dit perspectief hebben onze voorgangers, de Politieke Gevangenen, de plicht van herinnering die hun zo na aan het hart lag doorgegeven aan hun nakomelingen, de rechthebbenden, en vandaag is het mijn plicht als nationaal voorzitter van de Nationale Confederatie van Politieke Gevangenen en Rechthebbenden van België, in hun naam het woord te nemen. Doorgeven en opvoeden is de opdracht die de Politieke Gevangenen ons hebben toevertrouwd. Dit is een uiterst zware taak. Deze plicht indachtig wens ik me meteen meer bepaald tot de jongeren te richten. Jullie hebben het immense geluk te leven in een rechtsstaat, aan jullie om dit naar waarde te schatten, maar ook om dit voorrecht te vrijwaren. Jullie zijn de generatie die op haar beurt de verantwoordelijkheid draagt om een halt toe te roepen aan iedere houding die zou kunnen leiden tot de opeenstapeling van haat en geweld die beide onvermijdelijk leiden tot de barbarij zoals op deze plek is ervaren. Ik richt me tot jullie jongeren om jullie te zeggen : vergeet het verleden niet, jullie toekomst staat op het spel. Ik zal afsluiten door jullie een waarschuwing mee te geven:
democratie is nooit voor eens en altijd verworven. De actualiteit is
daar om ons eraan te herinneren. P. 35. Toespraak Veltem-Beisem, 29 Sep 2016 door François Joos - Voorblad - Inhoud Mijnheer de Vertegenwoordiger van de Minister van Defensie, Dames en Heren eregenodigden in al uw graden, functies en hoedanigheden, Dames en Heren van de KVOO Leuven, militairen van actieve eenheden en oud militairen van verbroederingen, leerkrachten en leerlingen van de school Toverveld, afgevaardigden van de KNSB, vaandrigs, dames en heren allemaal, als provinciale voorzitter VlaamsBrabant van de KNSB heet ik u allen zeer welkom op deze grote militaire begraafplaats WO1 in Veltem-Beisem. Samen met de 2 andere organisatoren van de plechtigheid, het Mil Comdo van de provincie en de gemeente Herent, willen we hier vandaag alle slachtoffers herdenken die als offer vielen van de lste WO: de soldaten en de burgers, de mannen-vrouwen en kinderen, de 10.OOOden Belgen maar ook de miljoenen mensen van alle landen die door de oorlog getroffen werden. Op deze begraafplaats denken wij daarbij in het bijzonder aan de 904 soldaten die hier een laatste rustplaats kregen, stuk voor stuk jongere mannen. Ze sneuvelden in Aug en Sep 1914, in deze streek. In opdracht van het land bestreden ze de Duitse invallers met de wapens; eerst langs de wegen toen ons leger terugtrok op de vesting Antwerpen en daarna tijdens 2 belangrijke Belgische tegenaanvallen op de Duitse stellingen Noord van Leuven. De eerste aanval gebeurde op 24,25 en 26 Sep 1914 toen de BE-FR grens zwaar verdedigd werd door Fransen en Engelsen; de tweede gebeurde van 09 tot 12 Sep 1914 tijdens de Slag aan de Marne waarbij Engelsen en Fransen de frontlijn terugdrongen op de lijn Aisne-Reims-Verdun, Noord van Parijs. Het was het begin van de loopgravenoorlog die ook bij ons 4 jaar zou duren.Het Duitse verlies aan de Marne werd toegeschreven aan een tekort aan Duitse Strijdkrachten, ondermeer omdat Duitse legerkorpsen de aanvoerlijnen in België moesten openhouden. De moedige Belgische weerstand heeft het verloop van WO1 in Aug en Sep 1914 voor een stuk meebepaald. De mannen die hier begraven liggen betaalden hun moed met hun leven. Samen met allen die de vijand overal in het land bestreden tussen 04Augl914 en 1 1Nov1918 hebben zij er voor gezorgd dat vrijheid het won van bezetting, recht van onrecht, vrede van oorlog. Hun offer en voorbeeld verdienen de bewondering van al wie Belg is, blijvende dank en respect van de natie. De KNSB, vereniging van oud strijders en sympathisanten,werd opgericht in 1919. De bond zet zich met zijn duizenden leden sedertdien elk jaar in om de strijders te eren, om het oorlogsverleden niet te vergeten, en wil er velen toe bewegen om dat ook te doen. Want oorlog is van alle tijden, vrede is van levensbelang voor iedereen en lessen uit het verleden blijven waardevol. In die kontekst kan hier vandaag aan 2 tafeltjes informatie verstrekt worden over de vereniging en lidmaatschap. Dames en Heren, de lste WO leerde ons dat het neutraliteitsbeleid van ons land België niet buiten de oorlog kon houden.Toen de legers van het Duitse Keizerrijk ons land binnenvielen en Duitsland de belofte verbrak om onze onafhankelijkheid en neutraliteit te beschermen deed het deugd dat FR en UK hun beschermingsbeloften wel hielden;ze zorgden voor troepen om het Belgisch leger bij te staan tijdens de Duitse aanval, de bezetting en de uiteindelijke bevrijding van het Duitse juk. De 2de WO bevestigde dat neutraliteit inderdaad geen bescherming biedt en daarnaast dat een klein land de middelen niet heeft om op eigen kracht een grote aanval af te weren ofte keren. Een sterke coalitie met betrouwbare partners beschermt sedertdien onze vrijheid en vrede. Als lid van de EU, de NAVO en de VN voelen we ons behoorlijk gerust en veilig. Gewapende conflicten die in Europa en elders ontstonden werden onder controle gehouden; ons land levert tot vandaag de bijdragen, die bij de coalitie horen, om dat mogelijk te maken. Een veiligheidssituatie kan uiteraard altijd veranderen. De laatste jaren blijkt het bedwingen en controleren van conflicten complexer te worden. Er doen zich situaties voor die het veiligheidsgevoel verminderen; rustige vrede wordt als minder vanzelfsprekend ervaren. - Er zijn spanningen aan sommige grenzen van Europa. Die en nog andere situaties maken dat we een onzekere ietwat verwarrende tijd beleven. Wij blijven er echter wel van overtuigd dat er oplossingen zullen gevonden worden die de vrede en de veiligheid blijven garanderen. Als vereniging van oud strijders en sympathisanten blijven wij daar zeker mee voor ijveren. Graag het woord aan Kol Hillewaart P. 37. Herdenking NKB, Leuven, 02/10/2016 - Toespraak - Voorblad - Inhoud Geachte Schepenen, beste vrienden vaandeldragers en geachte vertegenwoordigers van onze Patriottische verenigingen. Ik heet jullie allen van harte welkom. Als nieuwe voorzitter heb ik links en rechts informatie moeten zoeken, mensen moeten contacteren. En ik stel vast dat we niet stil mogen blijven zitten. Want veel herinneringen verdwijnen met het heengaan van de mensen die het allemaal zelf beleefd hebben. Ik wil eerst even stilstaan bij het heengaan van de heer Frans Lenaerts, de vorige voorzitter. Met zijn onverwachts overlijden zijn we een schat aan informatie kwijtgeraakt en ik ondervind dat het steeds moeilijker wordt om aan feiten te geraken.Op 1 januari 1941 werd te Aarschot, door Lucien Meyer en Prof. Eugène Mertens de Wilmars, onder de mom van "Naar Cultuur Bekwaming", de plaatselijke NKB groep gesticht. Er werd voorzien dat de NKB zich op Nationaal plan zou bewegen met als hoofddoel de Belgen die gescheiden of verdeeld waren door partijtwisten en klassenstrijd nauwer bijeen te brengen onder de hoede en de leiding van Koning Leopold III in een vrij België.Te Leuven waar de stichting enkele dagen later plaatsvond moet het anders gezien worden. Hier werd niet gestart zoals in Aarschot, onder het mom van een vereniging die aangegeven was bij het stadsbestuur. Van bij het begin werd hier onmiddellijk geopteerd voor een zuiver illegale stichtingsvergadering, die op 15 januari te Leuven in café Mathieu werd gehouden, stelde deze optie vast. Deze optie werd volledig bijgetreden door de stichter Prof. Mertens. Deze groep was in het begin zeer actief in Leuven en omstreken.Later werden de groepen Diest, Tienen, Wespelaar-Haacht, Boutersem en Hageland onder dezelfde visie gesticht.Op 26 januari 1996 werd aan onze nationale Verbroedering de titel van 'Koninklijke' toegekend.Na deze kleine verwelkoming gaan we over tot de dodenappel. De heer Jan Vindevogel gaat een lijst van 130 namen citeren. Namen van mensen die voor onze vrijheid het leven gegeven hebben.Na het dodenappel en de bloemen neerlegging, nodig ik jullie allen uit op de receptie in de Agora op de Grote Markt. Een receptie in de geest van Frans Lenaerts.Ik dank jullie voor jullie aanwezigheid en voor jullie aandacht. Achiel Six ____________________________Van: Lia Hermans [mailto:liahermans@telenet.be] Verzonden: zondag 18 september 2016 12:17 Aan: memorialday@belgium.be Onderwerp: verslag van de Belgian Memorial Day op 16/09/2016 Bericht 18/09/2016 Aan de mailinglijst Herinneringmemoire.be Betreft: verslag van de Belgian Memorial Day op 16/09/2016 zie de link naar Nationaal Eerbetoon aan het graf van de Onbekende Soldaat, met vermelding van de samenwerkende organisaties, het doel en programma en 40 foto’s. Beste,
|