Tijdschrift 2015/2 - april - mei - juni - Inhoud - Print

Vriendenkring Buchenwald - Naar Buchenwald
- Colofon en woord van de voorzitter
- Bestuursmededelingen
- Herdenkingsplechtigheid Buchenwald en Mittelbau - Dora
- Herdenkingsdag Buchenwald: toespraak Baeten, Defraigne, Colet
- Verslag algemene vergadering 2015
- Welke toekomst voor onze vriendenkringen?
   

Vriendenkring Gross - Rosen - Naar Gross-Rosen
- Colofon en woord van de voorzitter
- Geschiedenis van het concentratiekamp
   

Vriendenkring Esterwegen - Naar Esterwegen
- Colofon en woord van de voorzitter naar aanleiding van de dood
  van Jos Van der Stichelen
- Bevrijding Esterwegen

Vriendenkring Buchenwald

Colofon  Boven

P.C.R. BE 93 0000 3445 1467

   

Voorzitter-stichter:
Voorzitter-weldoener:
Erevoorzitter(s):
H.GIineur †
J. Manard †
K. kaufmann †
C. Brusselairs †
  
Bestuur:
Vicevoorzitter: Paul Baeten
Kardinaal Cardijnlaan 14
B-2240 Zand hoven
Tel: 03/484.52.41
celina,
baeten@skynet.be
   
Voorzitter: André Colet
Rue de la Gendarmerie 6
B-1380 Lasne
colet.andre@gmail.com
   
Secretaris & Penningmeester: Myriam Baeten
Pannenhuisstraat 221
B-2500 Lier
Tel:03/480.98.49
myriam.beaten@ap.be
   
Verantwoordelijke Uitgever: Paul Baeten
   
Redactie Ingrid Weinberger
Isabelle Wynen
Nick Braeckevelt
bulletin.buchenwald@hotmail.com
   
Leden Dimitri Daems
Eduard Desonai
Irene Leton
Aurélien Leton
Nicole Wynen

Namens de voorzitter - Boven

 
Beste leden, Beste vrienden,

In de voorbije maanden sinds mijn laatste woordje, hebben de bestuursleden van onze vriendenkring verschillende bijzondere evenementen bijgewoond in het kader van de 70ste verjaardag van de bevrijding van de kampen.

Een kleine delegatie van onze vriendenkring, aangevoerd door Paul Baeten, nam deel aan de herdenking in het kamp van Buchenwald in Weimar van 9 tot 14 april l.l. Verderop in dit bulletin kunt u hierover een verslag lezen. Nauwelijks terug thuis, gingen we de laatste rechte lijn in naar onze eigen herdenkingsdag die op 23 april plaatsvond in Brussel.

Meerdere scholen uit de verschillende gewesten van ons land zijn op onze uitnodiging ingegaan. Talrijke leerlingen, vergezeld van hun leraren, hebben ons vervoegd aan de Congreskolom om een mooi eerbetoon te brengen aan onze twee aanwezige getuigen, onze erevoorzitter, de heer Pieter-Paul Baeten en de heer Jacques Paitier, en via hen aan al hun makkers uit de naziconcentratiekampen die tijdens of na de Tweede Wereldoorlog zijn overleden. We hadden de eer de vertegenwoordiger van Zijne Majesteit de Koning en de volgende hoogwaardigheidsbekleders te mogen ontvangen : Excellentie Eckart Cuntz, ambassadeur van de Bondsrepubliek Duitsland, de heer Francois-Xavier Reymond, eerste adviseur van de ambassade van Frankrijk, Mevrouw Katrina Johnson, gezant van de ambassade van Groot-Brittannië en de heer Mark C. Storella, zaakgelastigde van de ambassade van de Verenigde Staten, en de regionale en federale vertegenwoordigers van ons land.

De toespraken, de bloemenhulde en het aanwakkeren van de vlam aan het graf van de onbekende soldaat, waren memorabele momenten die, naar wij hopen, een blijvende indruk zullen nalaten op de talrijke leerlingen en leraren die op onze uitnodiging aanwezig waren. Samen hebben we ons vervolgens naar de Senaat begeven, waar we werden ontvangen door mevrouw Christine Defraigne, voorzitter van de Senaat, die onze academische zitting met een toespraak heeft geopend.

Pieter-Paul Baeten en Jacques Paitier hebben getuigd over hun verleden in het verzet. Ze werden hierbij ondersteund door een panel samengesteld uit de heer Christian Laporte, journalist, de heer dokter Yves Louis, pediater, de heer Simon Schepers, historicus aan de Kazerne Dossin en de heer Harry De Neve, digitaal scenograaf die een selectie van filmfragmenten had samengesteld om de verschillende hoofdstukken van ons thema «11 april 1945 -11 april 2015 : 70 jaar vrijheid ? » te illustreren.

Het was onze wens om deze dag te delen met jongeren en leraren uit alle regio's van ons land, omdat we ervan overtuigd zijn dat ze allen de « erfgenamen van de herinnering" zijn. Onze hoop: dat ze de herinnering mogen doorgeven! 70 jaar na de bevrijding is de boodschap "Nooit meer!" jammer genoeg nog steeds actueel en meer dan ooit bitter nodig.

Ik wil graag afsluiten met een woord van dank aan het hele bestuur dat zich gedurende meer dan een jaar heeft ingezet om van deze dag een succes te maken.

Ik verwelkom eveneens Aurélien Leton, die sinds onze laatste algemene vergadering in Antwerpen, het jongste bestuurslid is van onze vriendenkring !

Beste vrienden, ik wens u allen een uitstekende vakantie toe en mooie momenten om samen met jullie dierbaren te herbronnen.

André Colet
Voorzitter van de vriendenkring Buchenwald

 

Bestuursmededeling  Boven

 
Het redactieteam wenst zich te excuseren voor deze laattijdige uitgave van het tijdschrift Nooit meer - Plus Jamais. Door enkele technische problemen waren we genoodzaakt om de publicatiedatum met een maand op te schuiven. Wij danken U voor uw begrip.
 

 

 

Herdenkingsplechtigheid - Buchenwald en Mittelbau-Dora Boven

 

 
We zijn op 9 april in de vooravond aangekomen met de bedoeling om, na onze intrek te hebben genomen in het hotel, de openbare lezing van fragmenten uit het boek « Le pull-over de Buchenwald : J'avais 14 ans dans les camps de la mort » van Bertrand Herz, de huidige voorzitter van Internationaal Comité Buchenwald - Dora (ICBD) bij te wonen. Jammer genoeg was er geen plaats meer, maar we hebben de volgende ochtend zeer lovende commentaren opgevangen, toen we onze kleine Belgische delegatie gingen inschrijven in het hotel Elephant, het logistieke centrum van de herdenking. De vrijdagvoormiddag was gewijd aan een ontmoeting tussen de aanwezige overlevenden, het publiek, jongeren en de internationale pers (Duits, Frans, Pools, Russisch, enz.) In de namiddag hielden de laatste leden van de Raad der overlevenden een privézitting.

In het stadhuis van Weimar vond er een plechtigheid plaats tijdens dewelke veteranen van het Amerikaanse leger een schilderij geschonken hebben aan de burgemeester van Weimar.

Onze vicevoorzitter, Paul Baeten, die intussen uit België was aangekomen, heeft in de namiddag samen met ons deelgenomen aan de officiële ontvangst door de directeur van de Stichting Buchenwald, professor Volkhard Knigge en de burgemeester van de stad Weimar, de heer Stephan Wolf. Op 11 april hebben we deelgenomen aan een symbolische actie ter nagedachtenis van de Franse en Duitse gevangenen: jonge kinderen hebben bomen geplant langs de Ettersburger Strasse, er werden enkele toespraken gehouden, met name door de kleinzoon van de heer Marcel Dassault die vergezeld was van een delegatie onder wie een groot aantal familieleden. Om 15ul5, dag voor dag en uur voor uur, hebben we op de appelplaats een minuut stilte in acht genomen als eerbetoon aan alle gevangenen van het kamp. De overlevende oud-gevangenen hebben de originele tekst van de Eed van Buchenwald gelezen in de verschillende talen waarin de tekst in 1945 werd opgesteld. Het was een bijzonder emotioneel moment. Vervolgens hebben ze over hun ervaringen verteld, maar eveneens hun grote bezorgdheid geuit en de hoop uitgesproken dat de jongere generaties de waarden van vrede, democratie en mensenrechten zullen verdedigen. Hopelijk werd er niet alleen naar hun woorden geluisterd, maar worden ze ook in daden omgezet...

In de « Desinfektion Kammer » werd er een interessante tijdelijke tentoonstelling geopend met als titel « Pierre Provost, "la mémoire gravée de Buchenwald ". In een volgend bulletin zal ik uitgebreider op deze retrospectieve terugkomen.

 
   
 
Op 12 april, vond er in de voormiddag een Europese herdenking plaats in het « Deutsches Nationaltheater Weimar », op uitnodiging van de minister-president van de vrijstaat Thüringen, de heer Bodo Ramelow en van de voorzitter van het ICBD, de heer Bertrand Herz. Film, archiefbeelden van de geschiedenis van Weimar en een heel mooi muzikaal programma werden afgewisseld met toespraken en getuigenissen. De heer Martin Schulz, voorzitter van het Europees Parlement hield een toespraak die op veel bijval mocht rekenen. In de namiddag, zijn de delegaties uit de verschillende landen naar het Memoriaal van Buchenwald gegaan en velen hebben er eer bewezen aan hun overledenen voor de grote nationale gedenkzuilen langs de straat der Naties die naar de klokkentoren en de indrukwekkende beelden leidt die u allen goed kent.

De herdenkingsplechtigheden in het kamp Dora, vonden plaats op maandag 13 april en vormden de afsluiting van de 70ste verjaardag van de bevrijding van de concentratiekampen Buchenwald en Mittelbau-Dora.

We hebben eveneens een ontroerende documentaire film gezien « Kinderblock 66- Return to Buchenwald » in het Jeugd- en cultuurcentrum « mon ami Weimar ». Het was al een stuk na middernacht, toen we ons hebben ondergedompeld in de bijzondere en opbeurende sfeer van de openbare manifestatie in het theater van Weimar rond het thema « Alles wieder gut ? Eine nacht im Deutsche Nationaltheater Weimar ». De hele nacht door werden getuigenissen, ontmoetingen, debatten, tentoonstellingen, live radio-uitzendingen, enz. aan elkaar geregen. Volgend jaar wordt de nieuwe permanente tentoonstelling ingehuldigd ter vervanging van de huidige, die uit de jaren 80 dateert. Na ons bezoek is men gestart met de renovatiewerken en de realisatie van een nieuwe scenografie in het gebouw van de « Effekten Kammer ». We zullen jullie zo snel mogelijk de data en het programma voor volgend jaar meedelen.

 

Herdenkingsdag Vriendenkring Buchenwald 11/04/1945 - 1/04/2015: 70 jaar vrijheid? Boven

 

   

Toespraak van Paul-Baeten, erevoorzitter van de vriendenkring Buchenwald

Mijnheer de Afgevaardigde van de Koning, Mag ik u vragen onze zeer grote gehechtheid over te maken aan de Kroon en tevens zijne Majesteit een zeer goede gezondheid toe te wensen alsook aan de Koninklijke Familie. Mevrouw de Minister, Mijnheren Vertegenwoordigers van de Kamer en van de Senaat

Mijnheren de Ambassadeurs, Dames en Heren met hun titels en hoedanigheden, Beste Studenten,

Het jaar 2014 zal het jaar van de honderdjarige herdenking van de Eerste Wereld oorlog blijven.

2015 zal worden het jaar van 70ste verjaardag van de bevrijding van de naziconcentratiekampen van de Tweede Wereldoorlog. K2 BUCHENWALD bei WEIMAR. De bouw werd aangevangen vanaf juli 1937 om Weerstanders, ook Duitse Weerstanders, politieke gevangenen, Joden, Roma en Sinti en zij die door het Mie Reich veroordeeld werden omdat zij vreemd waren aan de Duitse gemeenschap te doen verdwijnen, in totaal 58.000 mensen.

Op 11 april 1945, s' morgen, reed het 3e Amerikaans leger van Generaal Patton het kamp de nabijheid voorbij; er werden 2 verkenners naar het kamp gestuurd want ze hadden in het kamp Ohrdruf een commando van Buchenwald, niets dan doden gevonden. Daar de SS'ers gevlucht waren gezien de nabijheid van het 3e leger, vonden de verkenners het kamp ingenomen door de geheime gewapende weerstand van de gevangenen

Om 15ul5 is het leger langs de grote poort het kamp binnengegaan en boven die poort heeft het hoofd van de weerstandsgroepering geroepen: "Kameraden wij zijn vrij". 21.000 gevangenen waren nog in het kamp.

Op 19 april zijn ze samengekomen op de appelplaats en hebben gezamenlijk de Eed van Buchenwald afgelegd. De geschiedenis uitleggen is een uitdaging. Over de kampen vertellen is moeilijk, een beeld geven van het dagelijks is onmogelijk. De ontberingen, de bevelen, de beledigingen, de slagen, het ter dood brengen, de eenzaamheid, de wanhoop maar ook de glimlach van een vriend, het delen, het respect, de hoop, het afscheid ...

Aan allen die heden ten dagen nog steeds de wreedheden ontkennen en zij die de geschiedenis vervalsen en de slachtoffers van het Hitlerregime trachten te verdelen, verzeker ik plechtig dat de daders en hun volgelingen hun daden niet eeuwig zullen kunnen verbergen. Het is dringend de poorten te openen naar een nieuw tijdperk: dat van vrede. Drager van de herinnering aan al mijn verdwenen makkers, nodig ik u allen hier aanwezig uit u te verenigen rond de Eed van Buchenwald. Behoud de herinnering aan allen die niet zijn teruggekeerd Bouw mee aan een nieuwe wereld één van vrede en vrijheid Ik zweer het.

Vive la democratie - Leve de democratie - Vive la Belgique Leve België

 

  

    
  

 Mot de bienvenue de Mme Christine DEFRAIGNE, Présidente du Sénat, a l'occasion du 70e anniversaire de la libération du camp de concentration de Buchenwald - Jeudi 23/04/2015 - Boven

 

  

  
Monsieur le Président, Mesdames et Messieurs les membres de l'Amicale de Buchenwald,
Mijnheer de Voorzitter en dames en heren leden van de Vriendenkring van Buchenwald,

Chers jeunes, Mesdames et Messieurs,

C'est pour moi un privilège et un plaisir de vous accueillir ici, dans l'hémicycle du Sénat, à l'occasion de la commémoration de la libération du camp de concentration de Buchenwald, il y a 70 ans, le 11 avril 1945.

Buchenwald. Un nom figurant sur la longue liste des camps de concentration qui, aujourd'hui encore, donnent le frisson. Lorsque la Belgique fut presque entièrement libérée, à la fin de l'été 1944, après quatre longues années d'occupation allemande, d'angoisse, d'horreurs et de privations, la joie fut immense. À mesure que les armées alliées progressaient sur le sol allemand, on se mettait à espérer le retour rapide de tous les parents et amis déportés en Allemagne.

Mais le monde allait au-devant d'un nouveau choc: celui de la découverte de l'horreur absolue des camps de concentration. Voici 70 ans presque jour pour jour, le 24 avril 1945, un chef de groupe prit la parole à cette tribune, dans cet hémicycle, après sa rencontre avec un prisonnier tout juste rentré de Buchenwald: «Nous frémissons aux récits, quoique bien atténués encore, de cette cruauté froide, de ces supplices raffinés, de cette volonté d'infliger à leurs victimes les souffrances les plus grandes et les plus dures. Nous nous posons la question: comment des hommes peuvent-ils tomber si bas, descendre à un tel degré de perversité ?»

La réalité que l'on découvrit progressivement dans les camps de concentration dépassait l'entendement. On estime qu'à lui seul, le camp de Buchenwald accueillit, entre juillet 1937 et avril 1945, quelque 250.000 prisonniers de toutes sortes, originaires des quatre coins de l'Europe. Il est vrai que les motifs de déportation dans un camp de concentration ne manquaient pas: l'appartenance à un courant politique que les Allemands n'appréciaient pas, l'exercice de certaines activités politiques ou l'expression de certaines opinions, voire le simple fait d'exister... Le nombre exact de personnes ayant perdu la vie à Buchenwald reste inconnu. Les causes de décès étaient nombreuses: homicides commis de sang-froid par les gardiens, décès par épuisement à la suite des pénibles travaux forcés, maladies et privations, faim et froid, sans compter les marches d'évacuation forcées à la fin de la guerre.

Niemand, waar ook in bezet gebied kon zich echt veilig wanen voor het gevaar van gevangenneming en deportatie. Dit tragische lot kon iedereen overkomen. Talloze gezinnen en vriendenkringen werden ermee geconfronteerd. Mensen werden opgepakt en verdwenen. Jaren later kregen de naasten soms pas nieuws : goed, of zeer slecht. Ook de Senaat zelf is niet gespaard gebleven van die gruwelen. Op de eindeloze lijst slachtoffers in Buchenwald staan ook meerdere eigen collega's.

Je n'en citerai que deux parmi les plus connus: Paul-Emile Janson, ancien sénateur et premier ministre, qui y laissa la vie, et Arthur Vanderpoorten, alors sénateur effectif et ancien ministre, qui mourut dans le camp de Bergen-Belsen, début avril 1945, après une période de détention à Buchenwald. D'autres survécurent à Buchenwald et purent témoigner auprès de leurs collègues de l'enfer qu'ils y vécurent. D'autres anciens prisonniers de Buchenwald firent leur entrée au Sénat après la Libération et d'autres sénateurs encore furent incarcérés ou perdirent la vie dans d'autres camps.

Veel van de overlevenden hebben zich na de oorlog met veel moed opnieuw ingezet voor de opbouw van onze maatschappij. Sommigen leveren tôt vandaag een belangrijke bijdrage door hun getuigenis door te geven aan de jongere generaties.

C'est donc pour moi une grande joie de rencontrer tant de jeunes aujourd'hui au Sénat, ainsi que celles et ceux qui les accompagnent. Grandir dans un monde libre et prospère où chaque individu est respecté peut vous sembler aller de soi aujourd'hui. Mais il est bon de se rappeler que cela n'est pas si évident et que notre pays a lui aussi connu des époques où l'on risquait parfois sa vie en s'exprimant ouvertement. Et ces temps ne sont pas si lointains.

Het is daarom ook zo uitzonderlijk waardevol dat er hier nu mensen aanwezig zijn, die toen jullie leeftijd hadden, en die bereid zijn om te getuigen over wat ze toen geofferd hebben en meegemaakt hebben. Want, mispak er jullie niet aan, die maatschappij die jullie zoveel vrijheid en voorrechten biedt, die maatschappij die jullie zo vanzelfsprekend vinden, die is er niet gekomen zonder inspanningen en offers. Die kan ook nu en in de toekomst niet zonder dat eenieders inzet naar best vermogen.

Ik maak nu heel graag plaats voor de panelleden en het voorziene débat.

Mais permettez-moi d'abord de remercier une fois encore nos invités de l'Amicale de Buchenwald pour le courage dont ils firent preuve à l'époque et pour l'engagement social et éducatif indéfectible qui est le leur aujourd'hui encore. Je vous invite à les applaudir pour leur témoigner, à eux et à leurs camarades disparus, notre respect et notre gratitude.

 

Toespraak André Colet - voorzitter van de Vriendenkring van Buchenwald - Boven

 

  
Eerst en vooral wil ik jullie in naam van het organisatiecomité hartelijk danken dat jullie op onze uitnodiging zijn ingegaan ! We zijn vereerd jullie vandaag te mogen ontvangen in het halfrond van de Belgische senaat.

Deze ochtend hebben jullie samen met ons deelgenomen aan de plechtigheid aan het graf van de onbekende

soldaat waarbij de eeuwige vlam werd aangewakkerd. Jullie hebben het eerbetoon gehoord van Pieter-Paul Baeten aan alle oorlogsslachtoffers en in het bijzonder aan hen die we in onze Vriendenkring van Buchenwald vertegenwoordigen. Mag ik jullie vragen om recht te staan en allen samen een minuut stilte in acht te nemen als huldebetoon.

Ik ga jullie kort proberen uitleggen waarom en hoe ik voorzitter geworden ben van de Vriendenkring van Buchenwald.

Mijn naam is André Colet en ik ben de kleinzoon van een oud-gedeporteerde, André Wynen. In 2007, na zijn overlijden voelde ik de noodzaak om zijn nagedachtenis te eren en datzelfde jaar heb ik, samen met mijn moeder en mijn broers, mijn grootmoeder vergezeld naar de jaarlijkse bedevaart in Breendonk. Bij die gelegenheid maakte ik een verrassende gebeurtenis mee : op vraag van overlevenden die de vurige wens geuit hadden om België te verdedigen, had ik aanvaard om een spandoek te ontrollen met in de drie landstalen de volgende boodschap : "BELGIQUE UNIE - BELGIË EEN - BELGIË EIN"

Groot was mijn verbazing toen ik samen met Dimitri Daems, de kleinzoon van Paul, hier aanwezig, administratief werd aangehouden. Ons spandoek met de nationale driekleur werd op het einde van de herdenking in beslag genomen. Ik denk dat ik op dat moment begrepen heb wat de wens van mijn grootvader was, toen hij zei dat hij op ons, de jongeren, rekende om de fakkel van de vrijheid over te nemen; de vrijheid die hij met zijn kameraden, diegenen die zijn omgekomen en diegenen die overleefden, zijn hele leven is blijven verdedigen. Om die reden hou ik eraan jullie te vertellen hoe mijn grootvader verzetsstrijder is geworden.

In 1942 is hij 18 jaar oud en begint hij aan zijn eerste jaar geneeskunde aan de ULB. In dat jaar verordent de Duitse bezettende overheid dat elke jongere die zijn studies wil verder zetten eerst verplicht in Duitsland moet gaan werken. Naar het voorbeeld van meerdere professoren en medestudenten, weigert hij de gedachte om op welke manier dan ook deel te nemen aan de bezetting van zijn land en treedt hij toe tot het verzet. Zijn moedige professoren hebben in het geheim verder les gegeven en examens afgenomen. Op die wijze is mijn grootvader in Namen geslaagd in zijn eerste jaar geneeskunde. Terwijl hij les bleef volgen, werd hij lid van de « Gewapende Partizanen ».

Tijdens een wapentransport wordt hij na verklikking aangehouden samen met drie kameraden, van wie er een op straat wordt gedood. Ze worden onmiddellijk naar de zetel van de Gestapo gebracht waar zijn tweede kameraad zich van het leven berooft door zich door het raam te werpen. Mijn grootvader werd gedurende verschillende dagen verhoord, geslagen en gemarteld waarna hij werd overgebracht naar de gevangenis van Sint-Gillis en vervolgens werd gedeporteerd eerst naar Breendonk en van daaruit naar het kamp van Buchenwald in Duitsland.

Op 8 mei 1944 komt hij aan in het kamp en hij zal er blijven tot de bevrijding op 11 april 1944. Hij is dan 21 jaar!

 
 

  
In mei 1945 komt hij naar België terug. Ziek en erg verzwakt zal hij meer dan twee jaar in Zwitserland behandeld worden voor ernstige tbc. Met veel moed en een ijzeren wil, zet hij zijn studies verder en studeert hij in 1950 af als dokter.

In 2005, voor de 60ste verjaardag van de bevrijding, wou hij ons, zijn kinderen en kleinkinderen meenemen naar Weimar om zijn getuigenis met ons te delen op de plaats waar hij had leren "overleven" nog voor hij geleerd had te "leven". Ik zou nog veel kunnen vertellen, maar het is tijd om het woord aan jullie te geven. Ik reken op jullie om ervoor te zorgen dat er geen einde komt aan « 70 jaar vrijheid » en om samen met mij, met ons, de democratie en de mensenrechten te vrijwaren.

Ik geef het woord aan jullie zodat jullie vragen kunnen stellen aan onze twee bijzondere getuigen, Pieter-Paul Baeten en Jacques Paitier, en aan onze verschillende deskundigen.

Ik dank u voor uw aandacht.

 

Verslag van de Algemene Vergadering - 15 maart 2015 - Boven

  
Aanwezig / Présent: 18 leden - membres Verontschuldigd / Excusé : 11 leden hebben een volmacht bezorgd - 11 membres ont donné une procuration

1. Ouverture de l'assemblée par Ie président Openingswoord door de voorzitter

2. Hommage aux camarades qui nous ont quitte l'année passée - Eerbetoon aan de kameraden die ons het voorbije jaar hebben verlaten, Leopold Mees, Ivona Van Loo, Charles Viau

3. Approbation du proces verbal de l'assemblée de 2014 Goedkeuring van de notulen van de vergadering van 2014

4. Rapport d'activités par Ie secrétaire général Activiteitenverslag door de secretaris-generaal

Notre bureau s'est réuni 6 fois l'année passée. Onze raad van bestuur is zesmaal bijeengekomen. Les membres ont plusieurs fois représenté notre amicale a diverses cérémonies dont:

   - Congres international a Weimar du 10 avril -14 avril
   - 8 mai etll novembre a la Colonne du Congres et au Sénat
   - L'hommage national annuel au Fort de Breendonk

Plusieus membres du bureau ont visite au mois d'octobre Ie nouveau Bastogne War Museum De raadsleden hebben onze vriendenkring vertegenwoordigd op verschillende plechtigheden waaronder:

   - Internationaal congres in Weimar van 10 april -14 april
   - 8 mei en 11 november aan de Congreskolom en in de Senaat
   - Jaarlijkse herdenking in het Fort van Breendonk Verschillende bestuursleden hebben in de maand
     oktober en bezoek gebracht aan het nieuwe Bastogne War Museum. Notre vice-président a donné
     plusieurs conférences dans les écoles et il a longuement témoigné au Sénat lors de la célébration
     du 8 mai. Ensuite nous avons eu une visite guidée de la toute nouvelle exposition thématique « Le
     Parlement durant la Grande Guerre » présentée par le Sénat et la Chambre des représentants.

 

 

Onze vicevoorzitter heeft verschillende lezingen gegeven in de scholen en hij heeft in de Senaat uitvoerig getuigd van zijn ervaringen ter gelegenheid van de 8 meiviering. Daarna hebben we deelgenomen aan een geleid bezoek aan de nieuwe thematische tentoonstelling "Het parlement tijdens de Grote Oorlog" voorgesteld door de Senaat en de Kamer van volksvertegenwoordiger

L'année passée notre bulletin a subi quelques changements. Nous essayons d' atteindre un plus large public et a cette fin nous avons déja changé la mise en page et Ie contenu. Ons tijdschrift heeft het voorbije jaar enkele veranderingen ondergaan. We proberen een breder publiek te bereiken en hebben daarom reeds de lay-out en de inhoud aangepast. Nous avons poursuivi notre projet de commémoration de la libération des camps de Buchenwald et Dora en avril 2015 sous Ie thème : " 11 avril 1945 - 11 avril 2015 : 70 ans de liberté? "
 
We hebben verdergewerkt aan ons herinneringsproject voorde bevrijding van de kampen Buchenwald en Dora in april 2015 rond het thema: "11 april 1945 -11 april 2015 : 70 jaar vrijheid?"

5. Approbation du rapport et décharge au secrétaire général pourson mandat - Goedkeuring verslag en kwijting aan de secretaris-generaal voor zijn mandaat

6. Présentation des comptes jusqu'au 31 décembre 2014 par Ie trésorier - Voorlegging van de jaarrekening per 31 december 2014 door de penningmeester

7. Approbation des comptes et décharge au trésorier pour son mandat - Goedkeuring van de jaarrekeningen en kwijting aan de penningmeester voor zijn mandaat

8 Présentation du budget pour l'année 2015 - Voorstelling van het budget voor het jaar 2015

9 Approbation du budget- Goedkeuring van het budget

10. Fixation de la cotisation 2016 - la cotisation reste inchangée sur 15 euro - Vaststelling van de bijdrage 2016 - jaarlijkse bijdrage blijft behouden op 15 euro

11. Décharge aux administrateurs pour les mandats au cours de l'année 2014 - Kwijting aan de Raad van bestuur voor hun mandaat tijdens het jaar 2014

12. Proposition de licenciement des membres qui n'ont pas payer leur cotisation - personne Voorstel van ontslag van de leden die hun lidgeld niet hebben betaald - niemand

Statutaire verkiezingen - Elections statutaires Volgende raadsleden zijn herkiesbaar: Baeten Paul , Baeten Myriam, Mussche Nicole en Six Achiel.

Hun mandaat wordt verlengd voor 2 jaar. Les membres suivant du conseil sont rééligibles: Baeten Paul, Baeten Myriam, Mussche Nicole et Six Achiel Leur mandat est prolongé pour 2 ans. Aanvaarding van de nieuwe raadsleden - Acceptation des nouveau membres du comité : Leton Aurélien Het ontslag van Michel Scheys werd aanvaard. La démission de Michel Scheys a été acceptée.

Divers : Sommige leden vragen om erover na te denken om een website uit te werken en om er over na te denken om ook te communiceren via Facebook - Certains membres demandent d'élaborer un site internet et de réfléchir sur une communication sur Facebook.

 

Welke toekomst voor onze Vriendenkringen? -  Boven

 
 Velen van ons zijn ongerust over de toekomst van de verenigingen die na het einde van de Tweede Wereldoorlog werden opgericht door de overlevenden van de verschillende concentratiekampen. Hierbij had elke oud-gevangene het op zijn hart om te allen prijze de herinnering aan de kameraden die in gevangenschap waren omgekomen levend te houden.

Voor hen was het van levensbelang om de strijd voor de vrijheid verder te zetten : een vrijheid die duur werd betaald en waarvoor vele makkers en vrienden hun leven hadden opgeofferd. De oud-gevangenen hebben zich altijd ten volle ingezet en doen dit nog steeds met een indrukwekkende vastberadenheid. Wij, kinderen en kleinkinderen van de gevangenen in de naziconcentratiekampen, hebben aan onze vaders en grootvaders beloofd om in de mate van het mogelijke hun waardig en rechtmatig werk om de herinnering levend te houden verder te zetten. Ook al zijn we overtuigd van onze verantwoordelijkheid, toch stellen we vast dat we in de eerste plaats de laatste getuigen, die we sinds vele jaren vergezellen, en vooral het grote publiek moeten overtuigen van de legitimiteit en de rechtmatigheid van onze acties. Hoe kunnen we hierin slagen ?

We zijn tot het besef gekomen dat alle vrienden die we ontmoeten op de vaderlandslievende plechtigheden en de herdenkingen die dit bijzondere jaar van de 70ste verjaardag van de bevrijding markeren, dezelfde bedenkingen maken. Om die reden willen we graag een rondetafelgesprek organiseren, zodat we ideeën kunnen uitwisselen over de concrete doelstellingen die nodig zijn voor het overleven van onze respectievelijke verenigingen.

Indien u zich aangesproken voelt door dit voorstel, vragen we u om ons uw contactgegevens - e-mail of postadres - door te geven op : bulletin.buchenwald@hotmail.com of via ons secretariaat. We zullen u dan contacteren en een agenda voorstellen om rond de tafel onze ideeën met elkaar te bespreken.

We rekenen op u om ons werk dat meer dan ooit nodig is verder te zetten.

Isabelle Wynen

 

Vriendenkring Gross-Rosen  Boven

Colofon  Inhoud

 
Bestuur:
Erevoorzitter Paul Baeten
Kardinaal Cardijnlaan 14 B-2240 Zandhoven
Tel: 03/484.52.41
celina.baeten@skynet.be
   
Voorzitter Hugo Mertens
Tibautstraat 110 B-2100 Deurne
Tel: 03/322.04.57
hugo.mertens4@telenet.be
   
Secretaris & Penningmeester:

 

Maria Mertens
van Erstenstraat 123 B-2100 Deurne
Tel: 03/321.62.97
Leden Irene Verbist
Rode Loopstraat 19 B-2170 Merksem
Tel: 03/645.17.05
 

Personen die lid wensen te worden van de
Vriendenkring Gross-Rosen kunnen dit doen door
storting van 10 euro op het rekeningsnummer:
BE 81 3200 0486 4824

 

Geschiedenis van het Concentratiekamp
Deel 2 van 4: "Gross rosen" (Rogoznica) in POLEN -
Inhoud

 

Het kampregime

 
De discipline in het kamp was uitermate onwillekeurig, het werk zeer zwaar en uitputtend, het voedsel gewoonweg onvoldoende. Om al deze redenen en nog meer andere was het sterftecijfer zeer belangrijk en hoog. De voornaamste doodsoorzaken waren de volgende:

1. Hongeroedeem staat van "Muselman", het is te zeggen vermagerd tot op het gebeente, de zieke leefde verder op eigen bestaan zonder in staat te zijn psychologische reserves op te bouwen.

2. Epidemieën van tyfus, dysenterie, besmettelijke longontsteking, furoncoloses veroorzaakt door een totaal gebrek aan de meest noodzakelijke hygiëne.

3. Voortdurende vervolgingen en slechte behandeling.

4. Onmenselijke lichamelijke tuchtigingen. Veelvuldige terechtstellingen, zeer talrijke moorden op de werkplaatsen meestal om de minste reden of f utiliteiten.

5. Het bestaan van disciplinaire commando's. Het kamp Gross-Rosen werd beschouwd als repressief- en
uitroeiingkamp en viel onder het
decreet 'Nacht und Nebel'. (Het werd in het jargon van de SS bestempeld als 'Knochenmuhle', LM). Vanaf het ontstaan van het kamp in 1936-1937 tot 1943, registreerde men onder de Duitse gevangenen alleen al 20.000 overlijdens.

De terechtstellingen gebeurden door slagen en kwetsuren, door intraveneuze injecties met petroleum, door een vuurpeloton, of door ophanging. De dag van de gevangene was als volgt ingedeeld:

Opstaan te 5u30, het morgenmaal bestond uit 1/2 I zeer magere soep met meel. Van 6 u tot 8 u appel, rechtop in houding, in rangen van vijf man. Te 8 u, werk, hetzij in het wapenfabriek, meestal echter in de steengroeve om er de terrassen te effenen.

Te 11 u, werkonderbreking met bedeling van I liter soep die weinig voedzaam was, wat een gebruik was in al de concentratiekampen.

Van 12 u tot 13 u, hervatting van het werk tot 16u30. Al de werken dienden uitge^voerd in een hoog tempo en werden bestraft met slagen.

De werkcommando's werden bewaakt door SS-ers te paard, bewapend met mitrailletten en granaten, omringd door honden die afgericht waren voor mensenjacht, er rond nog SS-ers. Ook waren er kapo's die rondliepen met de zweep in de hand en verwensingen in de mond.

Bij de terugkeer in het kamp werd een nieuw appel gehouden dat meermaals verlengd werd met 5 of 6 uur en soms nog langer. Als het appel beëindigd was konden de gevangenen de barakken vervoegen waar zij het avondmaal ontvingen dat bestond uit een 1/2 liter ersatzkoffie of soep voor enkele dagen, 350 gr. zwart brood met een stukje margarine, een ringetje worst en een weinig confituur. Elke dag was het werk verplicht, of het nu regende, of het waaide, of het sneeuwde, zelfs op zondagen en feestdagen. Nooit een ogenblik van respijt werd gegeven aan de ongelukkige gevangenen, 's Avonds en 's morgens scandeerde en ritmeerde een orkest de stap van hen die naar of van het werk gingen. Tijdens de nacht werden de gevangenen opgesloten in de slaapzaal om er zich neer te leggen en te slapen. Zij waren verplicht zich te ontkleden ongeacht de koude. De plaats was zeer ontoereikend, ze waren verplicht zich toch letterlijk ineen te strengelen. Om de slaap der gevangenen te bespoedigen sloeg de Stubealtester er op los op hen die volgens hem te veel plaats innamen.

 

 
Tegen 19u30, wanneer alles goed ging, wat zelden voorviel, werd het vuur gedoofd; alleen op dit ogenblik hadden de gevangenen het recht om zich naar de latrines te begeven zelfs als ze daar geen behoefte toe hadden; tijdens de dag mochten ze er enkel twee of drie keer naar toe gaan en dit op vastgestelde uren, dit regime was verschrikkelijk voor de zieken die leden aan dysenterie. De gevangenen hadden het recht  op een stortbad om de 15 dagen of om de 3 weken, ondergoed werd vervangen om de 2 of 3 maanden.
Dagelijks verrichten zij een luizenjacht, maar zonder een groot of goed resultaat. Iedereen was onderworpen aan een schrikbewind, ook de zieken, die leden aan een totaal gebrek aan geneesmiddelen, aan plaats (men stapelde vier zieken per bed, hoofd aan voeten), dit alles leidde hen snel tot de dood of naar het crematorium.
 
De gemiddelde weerstand tegen dit kampleven van een gevangene overtrof twee winters niet. In het kamp bestond er een Poolse weerstandsorganisatie, hun doel was het organiseren van solidariteit, het uitschakelen van gevangenen van gemeen recht die de commandoposten in handen hadden, door hen te vervangen door politieke gevangenen, te voorzien in een revolte der gevangenen op een gepast ogenblik. Ongelukkig, door de gevolgen van onvoorzichtigheid en een oppervlakkige samenwerking werd deze weerstandsbeweging ontdekt door de SS, welk tot gevolg had dat de groepsleiders, de graaf de la Marck van Oostenrijkse nationaliteit en de prins Radziwill van Poolse nationaliteit, terechtgesteld werden.

3. - Werkdistricten en buitencommando's.

De werkdistricten van Gross-Rosen strekten zich uit over het oude Sudetenland, tussen Fruenlitz en Reichenau, op het grondgebied van Lausitz van Saksisch Saxonia en van Silezië, met uitzon-dering van een gebied dat afhing van Auschwitz-Birkenau, 't is te zeggen het zuidoosten van Silezië, meer bepaald het zuiden van de lijn Neustadt/Blechammer.

3.1. De meest belangrijke firma's die gebruik maakten van de handenarbeid van de gevan-genen van Gross-Rosen. SIEMENS en HALSKE 500 gevangenen IDEAL-RADIO, fabriek BLAUPUNKT te Berlijn 300 gevangenen WETTERWARTE, gecamoufleerde naam voor de bijzondere oorlogsproductie 1.000 ge-vangenen SCHROTER, fabriek DEUTSCHE ERD- UND STEINWERKE - D.E.S.T. - behorende tot de SS 1.500 gevangenen. 2.000 gevangenen werden tewerkgesteld aan de constructie van barakken en verscheidene werken tot effening van de terrassen met als doel de vergroting van het kamp. In deze barakken werden 7.000 Joden opgesloten, die van Auschwitz kwamen na de evacuatie uit dit laatste kamp.

3.2. Lijst van de buitencommando's.

Het kamp van Gross-Rosen telde een zeventigtal buitencommando's, die 70 tot 80.000 gevan-genen gebruikten. Het handwerk van deze werd gebruikt door industriële ondernemingen die er een groot profijt van hadden. Inderdaad, zij betaalden aan de SS 5 tot 6 RM per dag en per hoofd, wat hen een belangrijk en comfortabel voordeel opbracht; van hun kant had de SS I RMper dag en per hoofd ter beschikking voor het onderhoud van de gevangenen. Op deze wijze realiseerden zij een groot geldelijk voordeel. Meer nog, zoals de mijnarbeid door de slaven scheen hen onuitputtelijk zodat iedereen er steeds zijn voordeel bij had en iedereen was tevreden, behalve de ongelukkige gevangenen, die uitgebuit en aan de willekeur van diensten onderworpen werden. De directie van de buitencommando's was van hetzelfde type als deze van het basiskamp, wevermeiden dus:

- de Kampcommandant;
- de Rapportführer;
- de Blockführer;
- de Sanitatsdienst;
- en het garnizoen SS-Totenkopf.

In 1944 waren de buitencommando's van Gross-Rosen zeer talrijk, ongeveer een zeventigtal. Het merendeel waren kampen die weinig belangrijk waren wat het aantal gevangenen betrof en waar Joden tewerkgesteld werden, die aangehouden waren om raciale redenen en voorbestemd waren tot uitroeiing.

3.3. Werkcommando's binnen het kamp.

In het basiskamp of Stammlager, werd het handwerk verdeeld door de dienst genaamd "Arbeits-einsatz". Deze verdeelde de verscheidene werken binnen of buiten de barakken. De steengroeve D.E.S.T. verbruikte een groot aantal gevangenen, het werk was uitermate zwaar. De ongelukkige die niet in de mogelijkheid waren om het terrible ritme, vereist door de SS, te volgen werden zwaar afgeranseld of gewoonweg gedood dooreen revolverschot. Door de uitbreiding van het kamp was het nodig nieuwe barakken op te richten en om reden dat de heersers van dit ogenblik meer gekwalificeerde stielmannen nodig hadden voor de oorlogs-economie, werd een belangrijke vermindering van de levenscondities genoteerd. Bij voorbeeld, een belangrijk aantal gevangenen moest werken uitvoeren aan het interieur der barakken en diende aldus ten minste als een ongeregelde schuilplaats. Het is zeker dat een groot aantal slachtoffers vielen tijdens de effeningwerken en het vervoer der materialen. Vele gevangenen die beschuldigd waren om het vereiste werk niet uitgevoerd te hebben dat vereist was door de opzichters, werden verplicht, volgens de ongunstige rapporten van de SS of de kapo's, om supplementaire arbeid te verrichten na het avondappel, hetzij voor "Strafarbeit", voorlopige sanctie, hetzij een permanente verzending naar de "Strafkompagnie" of een disciplinair commando van waar slechts zeer weinigen levend terugkwamen.

4. Kampinfirmerie en directie der infirmerie.

In 1940 bestond er één enkele barak dienstig voor de infirmerie of Revir. Maar het aantal der gevangenen steeg zonder ophouden zodat een deel der barakken van de keuken gebruikt moest worden voor de zieken. Bij de aanvang van 1942 telde de infirmerie 2 barakken, in december waren dat er al 3. De zieken in de keukenbarak dienden deze te ontruimen. De infirmerie van het nieuwe kamp bracht het aantal op 4 barakken, wat zeker niet mag vergeten worden.

 In de loop van 1942, voerden de kampautoriteiten een selectie uit onder de gevangenen die gelogeerd waren in de verschillende infirmeries. Zij groepeerden de gevangenen die verondersteld waren te zijn genezen in een afzonderlijke barak "Schönungskommando". Maar aan de "herstelden" was het verboden binnen in de barakken te verblijven en werden verplicht effening werken uit te voeren; alzo onderworpen aan de weersomstandigheden bevolkten zij spoedig de infirmeries, waarna het sinistere spel opnieuw begon. De dodelijke ziekten waren: dysenterie, longontsteking en furonculose, welke menige amputatie meebracht. In de loop van de herfst 1943 werd de toestand kritiek, een duizendtal gevangenen waren in een zeer slechte toestand en leden aan een besmettelijke oogziekte. De ziekte propageerde zich op een alarmerende wijze zodat de SS-ers schrik kregen voor zichzelf en beroep
deden op een geneesheerspecialist van de Wehrmacht. De zieken werden ondergebracht in blok 16. De algemene directie van de geneeskundige dienst hing af van een SS-officier bijgestaan door SS-infirmiers, die de volgende namen droegen: zie hiervoor de lijst vermeld onder "Kader" 2.1.

Tijdens de jaren 1941-1942 bestond de taak van deze kaders er niet in de gevallen die hen toegewezen werden te genezen, maar het vinden van zeer doelmatige methoden tot likwidatie van de 2.500 krijgsgevangenen van de Sovjet-Unie die naar Gross-Rosen gezonden waren in oktober 1941.

De verantwoordelijkheid voor het vertrek der zieken en de zorgen op hen te bezuinigen was toevertrouwd aan criminele gevangenen van Duitse nationaliteit, die de posten van mfïrmier bezetten. Deze hadden er geen enkele notie over en hadden zelfs niet de minste elementaire begrippen over hygiëne of zorgen. Dit had een zeer belangrijk sterftecijfer voor gevolg; meer nog, slechte verzorging, martelingen en moorden waren zeer courant, daar de infirmiers steeds geprotegeerd werden door de autoriteiten van de gezondheidsdienst (Sanitatsdienst). De infirmerie werd door de gevangenen beschouwd als de voorpost tot het crematorium In december 1941 werkten twee geneesheren van Poolse nationaliteit.

 

 

Wordt vervolgd

 
 

Vriendenkring Esterwegen -  Inhoud

 Colofon Esterwegen - Inhoud

  Bestuur:
 
Erevoorzitter Philip Claes
   
Voorzitter Bernard Theunis
Markiezenlaan 7 B-3210
Linden
Tel: 0474/97.51.58
    
Secretaris & Penningmeester:

 

Nicole Desloovere
d'Oultremontstraat 26A-b4 B-1040
Brussel Tel/Fax: 02/736.65.03
GSM: 0498/72.62.05
des
lovere.nicole@yahoo,fr
Leden Jos Van der Stichelen
Hilde Vivijs
Frank Beuckelaers

Namens de voorzitter - Inhoud

Eerbetoon aan de Heer Jos Van der Stichelen
3 augustus 1923 - 14 april 2015

Ere-leraar Kon. Atheneum - Deurne
Officier in de Leopoldsorde
Vier sterren Politiek gevangene
Sergeant Gewapend Weerstander Witte Brigade Fidelio
Vereerd met het Oorlogskruis
Bestuurslid van de NN Gevangenen
Bestuurslid van de Vriendenkring Esterwegen
Bestuurslid van de Ridders met Zwaarden

Gegroet,

Het plots overlijden van Jos heeft ons allen zeer diep getroffen.

Temeer daar wij nog enkele uren ervoor samen bij mij thuis vergaderden in het raam van de Vriendenkring van het kamp van Esterwegen.

Want wij keken telkens vooruit naar de wijze raad van Jos bij de organisatie van onze plechtigheden. Hij was iemand met charisma, hij had luisterbereidheid en die empathie was voor ons een grote steun, hij had gezond verstand en gebruikte dat op een zachte lieve manier en zijn oordeel werd steeds op prijs gesteld; zelfs als het moest worden doorgedrukt.

Als voorheen-voorzitter van de Vriendenkring van het kamp van Esterwegen en van de Vriendenkring van Ex-Politiek Gevangenen Nacht und Nebel van België weet ik wat wij hadden aan Jos als bestuurslid van deze verenigingen. Men kon er niet naast kijken. Hij was er.

Zo had hij tijdens W.O. II ook stelling genomen tegenover de bezetter en was hij als goede Belg lid geworden van de weerstandsgroepering Witte Brigade Fidelio en zijn activiteiten in het verzet hebben hem bijna het leven gekost door zijn verblijf in de concentratiekampen van Esterwegen, Gross-Strelitz, Sonnenburg en Sachsenhauen van juli 1943 tot mei 1945.

Achteraf werkte hij ook zeer intensief mede aan de herinneringseducatie bij de leerlingen van het secundair onderwijs door zijn interviews over zijn verblijf en het leven in de kampen.

Wij verliezen een zeer goede vriend, een kameraad, iemand waar wij ons goed bij voelden, iemand waarop wij konden steunen en rekenen.

Onze bijzondere deelneming gaat dan ook naar zijn familieleden en in het bijzonder naar zijn echtgenote José met wie hij nog prachtige jaren heeft mogen doorbrengen.

Vaarwel Jos. Wij blijven vrienden voor altijd en vergeten je niet.

Philip Claes

 

Bevrijding Esterwegen - Inhoud

Toespraak van de heer Henk Verheyen ter gelegenheid van de 70e verjaardag van de bevrijding van de concentratiekampen werd te Esterwegen herdacht op vrijdag 24 april 2015.

Te dier gelegenheid hielden de heren Bernd Busemann, Landtagsprasident, Reinhard Winter, Landrat, Prof. Dr.Bernd Faulenbach, Vorsitzende der Stiftungsrates der Gedenkstatte Esterwegen, vooreen publiek van ruim 250 personen een bijzondere toespraak.

Ten slotte sprak Henk Verheyen, gewezen politieke gevangene, die onze Voorzitter Bernard Theunis verving, volgende rede uit:

******

"Vanuit de verte van de XXIe eeuw hebben we de neiging de periode kort na de Tweede Wereldoorlog, zeker in België, als een feestelijke tijd te beschouwen. Maar ondanks alle bevrijdingsfestiviteiten was Europa toen een plek waar gerouwd werd. Het gevoel van verlies gold zowel voor gemeenschappen als voor individuen. Bijna iedereen die de oorlog had overleefd had verwanten of vrienden verloren. Wanneer ik in Thierlstein bij Cham bevrijd was, kende ik geen blijdschap. Ik heb toen niet gejuicht, gezongen, gedanst. Geen patriottisch gedoe, enkel een "oef" en veel treurnis om mijn vermoorde vriend.

Ons KZ-overlevenden brengen de bevrijdingsfeesten terug naar die waanzinnige tijd. Wij herinneren ons de bewakers die niet schreeuwen of roepen als mensen, maar blaffen als honden en huilen als wolven. Ze huilen en brullen niet als mensen, omdat de pijn die

ze veroorzaken geen menselijke pijn is, een pijn die ze niet kennen. En als ze onder elkaar lachen, klinken ze als hyena's In het KZ is er geen menselijke klank. De gevangenen, ze brullen niet, en als ze huilen dan huilen ze in stilte.

Degenen die nog hopen zijn alleen nog de krankzinnigen en dezen die een moraal van staal hebben. Het zijn de "anima candida", schrijft Eugen Kogon,"de lichtend reine zielen die alles zo goed mogelijk trachten te doen, zich nooit ergeren aan wat hun overkwam en onwrikbaar het slechte verwierpen". En als de gruwel voorbij' is, zullen de meesten, alhoewel geschonden naar ziel en lichaam, voortleven en genieten van een goede maaltijd, een fijnzinnige lach. Het lukt hun wel niet altijd en het lukt niet iedereen. Zelfs in de nabijheid van de dood is het :zicht van een ree, die verdwijnt in het bos naast de spoorlijn, een beeld dat de doodskleur verandert. Het lukt hun niet altijd, zei ik, omdat het ook gaat over ons gebrek om rekening te houden met het verleden, niet alleen historisch maar ook moreel. Zo zijn er vele blinde vlekken op ons netvlies, gebeurtenissen die ons blijven achtervolgen, maar toch niet herinnerd worden.

Wij waren geen mensen meer.

Nu zijn we enkel nog wezens met een fragmentarisch geheugen, waaruit al te pijnlijke gebeurtenissen verwijderd werden, waaruit alle onmenselijkheid verdrongen was.

Ons "kennen" is slechts gedeeltelijk: een naam, een feit. We zullen nooit alles te weten komen over het nazisme, dat over ons is gekomen. De collage van verhalen over wreedheid en moed zal ons hopelijk doen beseffen dat we allen een betere wereld willen.

Esterwegen, Brieg, Cheb, Flossenbürg en de dodenmarsen hebben me beschadigd, zoals ze iedereen beschadigd hebben die iets dergelijks heeft ondergaan. Het verblijf en de ervaringen in deze oorden van onheil zijn oorzaak van veel beperkingen in studies en in de verwachtingen van vele ouders en partners.

In mijn neus hangt soms nog de stank van de barakken, hoor ik nog de ijzige wind over het vlakke Emsland, voel ik nog het niet meer mens zijn, besef ik de teerlingmentaliteit. Geluk, toeval en DNA zijn de plaveien waarmee iemands weg in het concentrationaire universum betegeld was. Niet iedereen heeft een Duitse werk- toezichter als Hermann Muller uit Langenbielau gekend, die een - ware vriend was in kwade dagen en me liet genieten van de rest van zijn aardappelslaatje. Zijn hoekig gelaat, zijn vriendelijke ogen zal ik nooit vergeten.

Men schrijft of vertelt wat draaglijk is. Men schrijft of vertelt immers niet over wat niemand kan begrijpen, over het ondraaglijke. Net zoals de Bijbelse vrouw Lot kunnen we alleen verder leven als we ons niet omdraaien om terug te blikken, schrijft Göran Rosenberg, omdat we dan het risico lopen te verstenen bij de aanblik van wat wij hebben meegemaakt. Wij durven het daarom soms heel even, fragmentarisch en sectioneel.

Maar, en dit moet gezegd, we hebben het niet voor onszelf overleefd, maar voor de anderen, opdat onze sporen,-hoe klein ook in de wereldgeschiedenis,- niet vernietigd zouden worden. Wij hebben de verplichting het verder leven, dat we tegen alle verwachting in hebben gekregen, te verrechtvaardigen terwijl vele anderen getuigen door hun dood. Dat is en blijft de rusteloosheid in ons en de noodzaak om het te verklaren wat ons bezig houdt. Ik denk nu, ik weet het haast met zekerheid, dat de wereld bevolkt is door twee categorieën van mensen: zij die weten en zij die niet weten. Wij, wij zijn die categorie van mensen, alhoewel we het soms zelf niet beseffen, die getekend zijn door het leed. Ons herkent men aan het onzichtbare kruis dat we op ons voorhoofd dragen en waaraan de engel des doods is voorbijgegaan.

Als we ons toch zouden omdraaien zullen de woorden "wie zijn dat in de witte gewaden" verstenen op onze lippen terwijl de oudste in het boek "De Openbaring" van Johannes zegt: "Het zijn zij die gekomen zijn uit de grote verdrukking".

Ons geheugen bergt een grote ijsklomp, waarin al onze gruwelijke herinneringen vastzitten. Als dan af en toe een plekje van dat ijs smelt, een stukje van die zoutzuil afbrokkelt, treed als in een droom de pijn weer naar buiten. Tegen de dageraad aan wordt het kleine gaatje in het pantser van die bevroren geest, van die stille zoutzuil weer gedicht. Alleen het warme hart blijft kloppen voor zijn vrienden, over de grenzen heen.

"Denn allein die geistliche Freiheit des Menschen,"; Prof. Dr. Viktor Fränkl in zijn boek "Trotzdem ja zum Leben sagen", "die man ihm bis zum lezten Ate nicht nehmen kann, läszt ihm die Gelegenheit Leben sinnvoll zugestalten. Und einmal kom in dem Leben des Befreiten einen Tag an der alles, was er in Lager erlebt hat wie ein böser" vorkommt. Gekrönt wird aber all dieses Erlebe heimfindenden Menschen von den köstlichen G nach all dem Erlittenen nichts mehr auf die fürchten zu müssen, auszer seinen Gott".

En dan wil ik eindigen met de woorden "Want niet het ' vergeten, maar het herinneren maakt ons werkelijk vrij".

Ik besluit dan ook graag met het beroemde gedicht uit de Eerste Wereldoorlog; "At the going down of thesunandinthemorning,wewill rememberthem", ook de Duitse anti-nazi-kameraden.'

*****

Nadien werden kransen neergelegd aan de gedenkmuur en één minuut stilte in acht genomen als :eerbetoon aan de slachtoffers.

Tot slot volgde nog een uitgebreide receptie, verzorgd door Frank Kuhr van het Graf Balduin Hotel.

*****

Naar boven