Vriendenkring Esterwegen in het

 

Tijdschrift 2016/1

Tijdschrift 2015/3
Tijdschrift 2015/2
Tijdschrift 2015/1

Tijdschrift 2015/2 - april - mei - juni - Inhoud - Print

Vriendenkring Esterwegen - Naar Esterwegen
- Colofon en woord van de voorzitter naar aanleiding van de dood
  van Jos Van der Stichelen
- Index-start

 

Vriendenkring Esterwegen -  Boven

 Colofon Esterwegen - Boven

  
  Bestuur:
 
Erevoorzitter Philip Claes
   
Voorzitter Bernard Theunis
Markiezenlaan 7 B-3210
Linden
Tel: 0474/97.51.58
    
Secretaris & Penningmeester:

 

Nicole Desloovere
d'Oultremontstraat 26A-b4 B-1040
Brussel Tel/Fax: 02/736.65.03
GSM: 0498/72.62.05
des
lovere.nicole@yahoo,fr
Leden Jos Van der Stichelen
Hilde Vivijs
Frank Beuckelaers
 

Namens de voorzitter - Boven

 

Eerbetoon aan de Heer Jos Van der Stichelen
3 augustus 1923 - 14 april 2015

Ere-leraar Kon. Atheneum - Deurne
Officier in de Leopoldsorde
Vier sterren Politiek gevangene
Sergeant Gewapend Weerstander Witte Brigade Fidelio
Vereerd met het Oorlogskruis
Bestuurslid van de NN Gevangenen
Bestuurslid van de Vriendenkring Esterwegen
Bestuurslid van de Ridders met Zwaarden

Gegroet,

Het plots overlijden van Jos heeft ons allen zeer diep getroffen.

Temeer daar wij nog enkele uren ervoor samen bij mij thuis vergaderden in het raam van de Vriendenkring van het kamp van Esterwegen.

Want wij keken telkens vooruit naar de wijze raad van Jos bij de organisatie van onze plechtigheden. Hij was iemand met charisma, hij had luisterbereidheid en die empathie was voor ons een grote steun, hij had gezond verstand en gebruikte dat op een zachte lieve manier en zijn oordeel werd steeds op prijs gesteld; zelfs als het moest worden doorgedrukt.

Als voorheen-voorzitter van de Vriendenkring van het kamp van Esterwegen en van de Vriendenkring van Ex-Politiek Gevangenen Nacht und Nebel van België weet ik wat wij hadden aan Jos als bestuurslid van deze verenigingen. Men kon er niet naast kijken. Hij was er.

Zo had hij tijdens W.O. II ook stelling genomen tegenover de bezetter en was hij als goede Belg lid geworden van de weerstandsgroepering Witte Brigade Fidelio en zijn activiteiten in het verzet hebben hem bijna het leven gekost door zijn verblijf in de concentratiekampen van Esterwegen, Gross-Strelitz, Sonnenburg en Sachsenhauen van juli 1943 tot mei 1945.

Achteraf werkte hij ook zeer intensief mede aan de herinneringseducatie bij de leerlingen van het secundair onderwijs door zijn interviews over zijn verblijf en het leven in de kampen.

Wij verliezen een zeer goede vriend, een kameraad, iemand waar wij ons goed bij voelden, iemand waarop wij konden steunen en rekenen.

Onze bijzondere deelneming gaat dan ook naar zijn familieleden en in het bijzonder naar zijn echtgenote José met wie hij nog prachtige jaren heeft mogen doorbrengen.

Vaarwel Jos. Wij blijven vrienden voor altijd en vergeten je niet.

Philip Claes

 

Bevrijding Esterwegen - Boven

Toespraak van de heer Henk Verheyen ter gelegenheid van de 70e verjaardag van de bevrijding van de concentratiekampen werd te Esterwegen herdacht op vrijdag 24 april 2015.

Te dier gelegenheid hielden de heren Bernd Busemann, Landtagsprasident, Reinhard Winter, Landrat, Prof. Dr.Bernd Faulenbach, Vorsitzende der Stiftungsrates der Gedenkstatte Esterwegen, vooreen publiek van ruim 250 personen een bijzondere toespraak.

Ten slotte sprak Henk Verheyen, gewezen politieke gevangene, die onze Voorzitter Bernard Theunis verving, volgende rede uit:

******

"Vanuit de verte van de XXIe eeuw hebben we de neiging de periode kort na de Tweede Wereldoorlog, zeker in België, als een feestelijke tijd te beschouwen. Maar ondanks alle bevrijdingsfestiviteiten was Europa toen een plek waar gerouwd werd. Het gevoel van verlies gold zowel voor gemeenschappen als voor individuen. Bijna iedereen die de oorlog had overleefd had verwanten of vrienden verloren. Wanneer ik in Thierlstein bij Cham bevrijd was, kende ik geen blijdschap. Ik heb toen niet gejuicht, gezongen, gedanst. Geen patriottisch gedoe, enkel een "oef" en veel treurnis om mijn vermoorde vriend.

Ons KZ-overlevenden brengen de bevrijdingsfeesten terug naar die waanzinnige tijd. Wij herinneren ons de bewakers die niet schreeuwen of roepen als mensen, maar blaffen als honden en huilen als wolven. Ze huilen en brullen niet als mensen, omdat de pijn die

ze veroorzaken geen menselijke pijn is, een pijn die ze niet kennen. En als ze onder elkaar lachen, klinken ze als hyena's In het KZ is er geen menselijke klank. De gevangenen, ze brullen niet, en als ze huilen dan huilen ze in stilte.

Degenen die nog hopen zijn alleen nog de krankzinnigen en dezen die een moraal van staal hebben. Het zijn de "anima candida", schrijft Eugen Kogon,"de lichtend reine zielen die alles zo goed mogelijk trachten te doen, zich nooit ergeren aan wat hun overkwam en onwrikbaar het slechte verwierpen". En als de gruwel voorbij' is, zullen de meesten, alhoewel geschonden naar ziel en lichaam, voortleven en genieten van een goede maaltijd, een fijnzinnige lach. Het lukt hun wel niet altijd en het lukt niet iedereen. Zelfs in de nabijheid van de dood is het :zicht van een ree, die verdwijnt in het bos naast de spoorlijn, een beeld dat de doodskleur verandert. Het lukt hun niet altijd, zei ik, omdat het ook gaat over ons gebrek om rekening te houden met het verleden, niet alleen historisch maar ook moreel. Zo zijn er vele blinde vlekken op ons netvlies, gebeurtenissen die ons blijven achtervolgen, maar toch niet herinnerd worden.

Wij waren geen mensen meer.

Nu zijn we enkel nog wezens met een fragmentarisch geheugen, waaruit al te pijnlijke gebeurtenissen verwijderd werden, waaruit alle onmenselijkheid verdrongen was.

Ons "kennen" is slechts gedeeltelijk: een naam, een feit. We zullen nooit alles te weten komen over het nazisme, dat over ons is gekomen. De collage van verhalen over wreedheid en moed zal ons hopelijk doen beseffen dat we allen een betere wereld willen.

Esterwegen, Brieg, Cheb, Flossenbürg en de dodenmarsen hebben me beschadigd, zoals ze iedereen beschadigd hebben die iets dergelijks heeft ondergaan. Het verblijf en de ervaringen in deze oorden van onheil zijn oorzaak van veel beperkingen in studies en in de verwachtingen van vele ouders en partners.

In mijn neus hangt soms nog de stank van de barakken, hoor ik nog de ijzige wind over het vlakke Emsland, voel ik nog het niet meer mens zijn, besef ik de teerlingmentaliteit. Geluk, toeval en DNA zijn de plaveien waarmee iemands weg in het concentrationaire universum betegeld was. Niet iedereen heeft een Duitse werk- toezichter als Hermann Muller uit Langenbielau gekend, die een - ware vriend was in kwade dagen en me liet genieten van de rest van zijn aardappelslaatje. Zijn hoekig gelaat, zijn vriendelijke ogen zal ik nooit vergeten.

Men schrijft of vertelt wat draaglijk is. Men schrijft of vertelt immers niet over wat niemand kan begrijpen, over het ondraaglijke. Net zoals de Bijbelse vrouw Lot kunnen we alleen verder leven als we ons niet omdraaien om terug te blikken, schrijft Göran Rosenberg, omdat we dan het risico lopen te verstenen bij de aanblik van wat wij hebben meegemaakt. Wij durven het daarom soms heel even, fragmentarisch en sectioneel.

Maar, en dit moet gezegd, we hebben het niet voor onszelf overleefd, maar voor de anderen, opdat onze sporen,-hoe klein ook in de wereldgeschiedenis,- niet vernietigd zouden worden. Wij hebben de verplichting het verder leven, dat we tegen alle verwachting in hebben gekregen, te verrechtvaardigen terwijl vele anderen getuigen door hun dood. Dat is en blijft de rusteloosheid in ons en de noodzaak om het te verklaren wat ons bezig houdt. Ik denk nu, ik weet het haast met zekerheid, dat de wereld bevolkt is door twee categorieën van mensen: zij die weten en zij die niet weten. Wij, wij zijn die categorie van mensen, alhoewel we het soms zelf niet beseffen, die getekend zijn door het leed. Ons herkent men aan het onzichtbare kruis dat we op ons voorhoofd dragen en waaraan de engel des doods is voorbijgegaan.

Als we ons toch zouden omdraaien zullen de woorden "wie zijn dat in de witte gewaden" verstenen op onze lippen terwijl de oudste in het boek "De Openbaring" van Johannes zegt: "Het zijn zij die gekomen zijn uit de grote verdrukking".

Ons geheugen bergt een grote ijsklomp, waarin al onze gruwelijke herinneringen vastzitten. Als dan af en toe een plekje van dat ijs smelt, een stukje van die zoutzuil afbrokkelt, treed als in een droom de pijn weer naar buiten. Tegen de dageraad aan wordt het kleine gaatje in het pantser van die bevroren geest, van die stille zoutzuil weer gedicht. Alleen het warme hart blijft kloppen voor zijn vrienden, over de grenzen heen.

"Denn allein die geistliche Freiheit des Menschen,"; Prof. Dr. Viktor Fränkl in zijn boek "Trotzdem ja zum Leben sagen", "die man ihm bis zum lezten Ate nicht nehmen kann, läszt ihm die Gelegenheit Leben sinnvoll zugestalten. Und einmal kom in dem Leben des Befreiten einen Tag an der alles, was er in Lager erlebt hat wie ein böser" vorkommt. Gekrönt wird aber all dieses Erlebe heimfindenden Menschen von den köstlichen G nach all dem Erlittenen nichts mehr auf die fürchten zu müssen, auszer seinen Gott".

En dan wil ik eindigen met de woorden "Want niet het ' vergeten, maar het herinneren maakt ons werkelijk vrij".

Ik besluit dan ook graag met het beroemde gedicht uit de Eerste Wereldoorlog; "At the going down of thesunandinthemorning,wewill rememberthem", ook de Duitse anti-nazi-kameraden.'

*****

Nadien werden kransen neergelegd aan de gedenkmuur en één minuut stilte in acht genomen als :eerbetoon aan de slachtoffers.

Tot slot volgde nog een uitgebreide receptie, verzorgd door Frank Kuhr van het Graf Balduin Hotel.

*****

Naar Boven